Plussommen en erbijsommen

Plussommen en erbijsommen zijn één van de eerste dingen die je kind leert op de basisschool.Beide termen betekenen hetzelfde, maar het hangt van de rekenmethode van een school af welke van de twee er gebruikt wordt. In groep 1 en 2 wordt al de basis voor het getalbegrip gelegd. Hier heeft je kind tijdens de rekenlessen in de hogere groepen profijt van. Vanaf groep 3 gaat je kind zelf rekenen. Plussommen en erbijsommen komen als eerste aan bod. Je kind leert onder meer wat plussommen en erbijsommen zijn en krijgt uitleg over het plusteken. Wil je je kind hier een handje helpen? hier vind je onder meer een stappenplan voor plussommen en erbijsommen tot 1000. Daarnaast lees je wat er in welke groep aan bod komt en kan je kind zelf oefenen met plussommen en erbijsommen.



Plussommen en erbijsommen tot 10

Om plussommen en erbijsommen niet direct te ingewikkeld te maken, start je kind met sommen tot 10. Zo kan je kind tijdens de rekenlessen bijvoorbeeld sommen als 5 + 3, 4 + 4, 3 + 1 en 7 + 2 voorgeschoteld krijgen. Om het oplossen van deze sommen makkelijker te maken, leert je kind splitsen. Dankzij deze techniek ziet je kind binnen de kortste keren welke twee getallen samen een ander getal kunnen vormen. 7 kan gevormd worden door 4 + 3, maar ook door 5 + 2 en 6 + 1. Als je kind splitsen onder de knie heeft, wordt het oplossen van plussommen en erbijsommen tot 10 een stuk makkelijker.

Plussommen en erbijsommen tot 20

Veel kinderen hebben na enige tijd de sommen tot 10 onder de knie. Daarom wordt het al snel een beetje moeilijker gemaakt. Je kind gaat namelijk aan de slag met plussommen en erbijsommen tot 20. Je kind komt dan twee nieuwe soorten sommen tegen. Allereerst krijgt je kind te maken met sommen die over een tiental heen gaan, zoals 9 + 7. Voor het oplossen van deze som is rekeninzicht vereist. Om makkelijk en snel het antwoord te vinden, leert je kind om via de 10 op te tellen. Hiervoor telt je kind eerst 1 op bij 9 (9 + 1 = 10). Vervolgens lost hij 10 + 6 op en weet je kind wat het antwoord op 9 + 7 is, namelijk 16.


Een tweede soort plussommen en erbijsommen tot 20 waar je kind mee te maken krijgt, zijn sommen waarin een tiental verwerkt is. Een voorbeeld van zo’n som is: 11 + 4. Je kind leert deze som op te lossen door eerst uit te rekenen wat 1 + 4 is. Als je kind weet dat dit 5 is, weet het ook dat 15 het antwoord is op de som 11 + 4. Wanneer je kind weet hoe dit werkt, heeft hij hier ook bij sommen boven de 20 profijt van. De tientallen blijven namelijk hetzelfde bij deze som, waardoor je kind alleen de eenheden hoeft aan te passen.

Plussommen en erbijsommen tot 100

In groep 4 wordt het opnieuw iets moeilijker gemaakt. Je kind oefent dan volop met plussommen en erbijsommen tot 100, waar hij aan het einde van groep 3 ook al mee bezig was. Verder leert je kind in deze groep onder meer om plussommen en erbijsommen met overschrijding van een tiental op te lossen. Aan het einde van groep 4 wordt van je kind verwacht dat hij uit de voeten kan met plussommen en erbijsommen tot 100.

Stappenplan voor plussommen en erbijsommen tot 1000

Waar je kind in groep 4 nog rekende met getallen tot 100, worden de getallen in groep 5 een stuk groter. In deze groep krijgt je kind namelijk te maken met plussommen en erbijsommen tot 1000. Omdat het hier om grote aantallen gaat, lukt het niet altijd om zo’n som in één keer goed op te lossen. Vind je kind dit lastig? Dan biedt het onderstaande stappenplan vast en zeker uitkomst.

Plussommen en erbijsommen oplossen is een stuk makkelijker als je ze eerst kolomsgewijs opschrijft. Moet je kind de som 482 + 379 oplossen? Noteer dit dan als volgt:

482
379 +

Wanneer je kind de bovenstaande som op wil lossen met behulp van kolomsgewijs rekenen begint het altijd met het optellen van de honderdtallen. In dit geval wordt de som dan 400 + 300 = 700. Noteer dit, zodat de som er als volgt uit komt te zien:

482
379 +
700

Zodra je kind de honderdtallen bij elkaar opgeteld heeft, is het tijd voor de tientallen. In de voorbeeldsom gaat het om 80 + 70. Dit maakt een totaal van 150. Laat je kind dit getal onder de 700 uit het bovenstaande voorbeeld opschrijven: 

482
379 +
700
150

Als de honderdtallen en tientallen eenmaal uitgerekend zijn, zijn alleen de eenheden nog over. Dit resulteert in de som 2 + 9. Het antwoord hierop is 11. Schrijf dit getal onder de 150 uit het bovenstaande voorbeeld. Let er wel op dat je kind het getal onder de tientallen schrijft en niet onder de honderdtallen, dus zo: 

482
379 +
700
150
  11

Nu je kind de honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op heeft geteld, ontstaat er een nieuwe som: 700 + 150 + 11. Dit maakt samen 861. De som ziet er dan als volgt uit: 

482
379 +
700
150
  11 +
861

Als je kind kolomsgewijs plussommen en erbijsommen tot 1000 uit kan rekenen en snapt hoe dit in elkaar zit, kan je kind de sommen sneller oplossen met cijferend rekenen.

Hoofdrekenen met plussommen

Is je kind voor het eerst in aanraking gekomen met plussommen en erbijsommen tot 10, 100 of 1000? Dan worden er in het begin nog hulpmiddelen gebruikt om sommen op te lossen. Zo mag je kind de sommen bijvoorbeeld kolomsgewijs of cijferend oplossen op een kladblaadje. Na verloop van tijd wordt alleen van je kind verwacht dat hij plussommen tot 10, 100 en 1000 uit zijn hoofd op kan lossen. Daarom wordt er op veel scholen gehamerd op hoofdrekenen met plussommen. Dit gebeurt vooral door aandacht te besteden aan automatiseren en memoriseren. Hierbij leert je kind handige technieken om plussommen en erbijsommen tot 10, 100 en 1000 snel uit het hoofd op te lossen.

Erbijsommen en plussommen in groep 4 t/m 8

In groep 1 en 2 maakte je kind al kennis met rekenen, maar toch begint het echte werk pas in groep 3. In deze groep wordt namelijk het fundament voor erbijsommen en plussommen gelegd. Deze sommen keren vervolgens in iedere groep van de basisschool weer terug. Ondanks dat het telkens om plussommen gaat, worden ze wel steeds iets moeilijker. Bovendien komen er nieuwe  strategieën aan bod, waardoor je kind telkens weer uitgedaagd wordt. Hieronder kijken we wat er in de verschillende groepen van de basisschool aan bod komt met betrekking tot plussommen en erbijsommen.

Een begin maken met erbijsommen en plussommen in groep 3

Je kind komt in groep 3 voor het eerst echt in aanraking met rekenen. In deze groep leert je kind begrijpen wat optellen is en wat eenheden, tientallen en honderdtallen zijn. Daarnaast wordt er in deze groep aandacht besteed aan het uit het hoofd leren van plussommen tot en met 10. Dit gebeurt vaak met behulp van materialen, zodat je kind de basis van rekenen leert begrijpen. Tevens wordt er in deze groep uitleg gegeven over de verschillende tekens, waaronder het plusteken. Als dit teken in een som staat, spreken we van een plussom of erbijsom. Je kind krijgt in deze groep veel te maken met bussommen. Bij zo’n som tellen ze eerst hoeveel passagiers er in de bus zitten voordat hij vertrekt. Vervolgens stappen er bij de volgende halte nieuwe mensen in. Je kind telt de mensen die instappen bij de passagiers op, waardoor er sprake is van een erbijsom.

Erbijsommen en plussommen uit het hoofd oplossen in groep 4

In groep 3 rekent je kind vooral met verhaaltjessommen. Op deze manier kunnen zij zich de situatie beter voorstellen. Tijdens rekenen in groep 4 wordt nog steeds gebruik gemaakt van verhaaltjessommen, maar je kind krijgt ook te maken kale erbijsommen en plussommen. 5  + 7 is een voorbeeld van zo’n kale som. Bovendien wordt er van je kind verwacht dat het in deze groep erbijsommen en plussommen tot 20 uit het hoofd op kan lossen. Dit noemen we ook wel memoriseren. Hier blijft het niet bij, want je kind moet namelijk ook erbijsommen tot 100 kunnen oplossen en uit een verhaaltjessom kunnen halen.

In groep 5 wordt de basis voor erbijsommen tot 1000 gelegd

Als je kind overgaat naar groep 5, wordt verwacht dat hij erbijsommen en plussommen tot 100 vlot op kan lossen. In groep 5 zijn erbijsommen bovendien nog vaker verwerkt in een verhaaltje dan in groep 4. Daarnaast komt het optellen met sprongen van 10 en 100 aan bod en gaat je kind aan de slag met optellen tot 1000. Ook leert je kind plussommen en erbijsommen onder elkaar op te tellen. Verder gaat je kind in deze groep aan de slag met het optellen van geldbedragen. Het gaat hierbij niet alleen om hele geldbedragen, maar ook om geldbedragen met getallen achter de komma.

Erbijsommen en plussommen met breuken in groep 6

In groep 6 wordt een vervolg gegeven aan plussommen met kommagetallen. Daarnaast komen er in in groep 6 erbijsommen en plussommen met breuken aan bod. Je kind leert onder meer rekenen met breuken en hele getallen. Daarnaast wordt er in deze groep veel aandacht besteed aan het automatiseren van plussommen. Hierdoor is je kind in staat om bijvoorbeeld erbijsommen en plussommen tot 100 snel uit te rekenen. In groep 6 rekent je kind overigens met steeds grotere getallen. Zo lopen de sommen niet meer tot 1000 , maar tot 10.000.

In groep 7 gaat niveau van erbijsommen en plussommen flink omhoog

Het niveau van erbijsommen en plussommen gaat in groep 7 flink omhoog. Mede hierdoor wordt deze groep vaak bestempeld als het moeilijkste rekenjaar van de basisschool. Dit komt vooral doordat de sommen steeds ingewikkelder worden. Zo wordt er bijvoorbeeld van je kind verwacht dat hij gelijknamige breuken kan optellen en erbijsommen en plussommen met helen op kan lossen. Verder wordt er meer en meer aandacht besteed aan rekenen met kommagetallen. Ook worden de getallen in de sommen steeds groter. In groep 7 leert je kind rekenen met erbijsommen en plussommen tot 100.000.

Herhaling en verdieping van erbijsommen en plussommen in groep 8

Groep 8 wordt vaak de groep van de herhaling genoemd. Tijdens de rekenlessen komt alles wat je kind met betrekking tot erbijsommen en plussommen geleerd heeft nogmaals aan bod. Uiteraard wordt het allemaal nog wel een stukje moeilijker gemaakt. Waar je kind in groep 7 al leert om gelijknamige breuken op te tellen, wordt er in groep 8 vooral aandacht besteed aan plussommen en erbijsommen met ongelijknamige breuken. Hierbij speelt het eruit halen van helen eveneens mee. Daarnaast blijft je kind in groep 8 oefenen met het hoofdrekenen tot 100. Ook hier worden de sommen weer groter. Waar de sommen in groep 7 nog tot 100.000 gingen, gaan ze in groep 8 tot liefst 1 miljoen. Tot slot komt in groep 8 cijferend optellen aan bod. Hierdoor leert je kind makkelijk en snel erbijsommen en plussommen oplossen.

Oefenen met plussommen en erbijsommen

Naarmate je kind in een hogere groep komt, worden plussommen en erbijsommen steeds ingewikkelder. Het kan zijn dat je kind op bepaalde gebieden tegen problemen aanloopt. Gelukkig kun je op Squla extra oefenen met plussommen en erbijsommen. De quizzen en games die je hier tegenkomt helpen je kind niet alleen beter te worden in rekenen, maar zijn ook nog eens leuk. Ga aan de slag met optellen tot 100, het inkleuren van de juiste splitsingen, plussommen tot 100 of plussommen met grotere getallen. Het grote voordeel hiervan is dat je kind de materie beter onthoudt en dat werpt tijdens de rekenlessen op school vast en zeker zijn vruchten af.

Ondanks dat de basis voor plussommen en erbijsommen al in groep 1 en 2 gelegd wordt, komt je kind er in groep 3 pas echt mee in aanraking. Eerst wordt de basis van deze sommen uitgelegd, maar daarna gaat je kind al vrij snel zelf aan de slag met het oplossen van plussommen en erbijsommen.

Plussommen en erbijsommen zijn makkelijk op te lossen door handige trucjes te gebruiken. Je kind kan bijvoorbeeld kolomsgewijs rekenen om het antwoord op een plussom te vinden. Wanneer je kind deze strategie  onder de knie heeft, kan hij plussommen en erbijsommen oplossen door middel van cijferen. Hierdoor wordt het antwoord op een som nog sneller gevonden.

Hoofdrekenen helpt je kind om snel een antwoord te vinden op plussommen en erbijsommen. Daarom wordt er op de basisschool al vroeg gehamerd op automatiseren en memoriseren van sommen. Als je kind goed uit het hoofd kan optellen, heeft het hier bij cijferend rekenen profijt van. Sommen oplossen wordt zo namelijk steeds makkelijker.

Plussommen en erbijsommen komen in principe in iedere groep van de basisschool aan bod. In groep 1 en 2 leert je kind optellen en aftrekken met voorwerpen en in groep 3 wordt de basis voor het oplossen van deze sommen gelegd. In de hogere groepen wordt het niveau van plussommen en erbijsommen steeds iets lastiger, waardoor je kind constant uitgedaagd wordt.

Er zijn verschillende manieren om erbijsommen en plussommen te oefenen. Je kunt dit samen met je kind met behulp van het rekenboek doen, maar ook in de vorm van een spelletje. Zo kun je een bingokaart maken waar je kind de juiste uitkomst van een plussom moet aankruisen. Online oefenen met plussommen kan op Squla. Hier kan je kind aan de slag met de verschillende quizzen en games die in het teken staan van plussommen en erbijsommen.