Geldrekenen

Het belang van rekenen met geld wordt vaak onderschat. Ondanks dat veel jonge kinderen zelf nog geen geld hebben, komen zij er vaak meermaals per week mee in aanraking. Dit is bijvoorbeeld het geval als je je kind meeneemt naar de supermarkt of een andere winkel. Zij zien jou hier betalen met contant geld of met de pinpas. Daarnaast krijg je vast en zeker de vraag wat de prijs van een product is en of dat dan duur is of niet. Kinderen zijn nou eenmaal nieuwsgierig en willen graag alles weten.

Wil je dat je kind zich bewust wordt van de waarde van geld? Ga dan eens samen aan tafel zitten en pak je portemonnee erbij. Leg het geld op tafel en laat je kind eerst dezelfde muntjes en briefjes bij elkaar zoeken, zodat het tellen makkelijker wordt. Tel het geld overigens niet zelf, maar laat je kind eerst een poging wagen. Hierdoor leert je kind de basis van rekenen met geld. Om voor nog meer bewustwording te zorgen, kunnen jullie aansluitend samen naar de winkel gaan om te kijken wat je allemaal kunt kopen met het geld.

Er zijn verschillende manieren waarop je samen met je kind geldsommen kunt oefenen. Je kunt thuis bijvoorbeeld een winkeltje inrichten. Laat je kind de waarde van de producten bepalen en berekenen hoeveel je moet betalen. Betaal eventueel met een groter bedrag, zodat je kind ook leert om geld terug te geven. Je kunt ook oefenen tijdens het boodschappen doen. Laat je kind bijvoorbeeld de boodschappen afrekenen. Op deze manier krijgt je kind steeds meer inzicht in geldrekenen en daar plukt hij op latere leeftijd de vruchten van.

Een andere mogelijkheid om je kind de waarde van geld te laten inzien is door je kind bijvoorbeeld te laten sparen voor een doel. Zo wordt het belang van sparen ook duidelijker voor je kind. Om dit doel te bereiken vraagt je kind vast en zeker regelmatig om samen het geld te tellen.Sla dit aanbod niet af, maar ga samen met je kind aan de slag. Begin niet direct zelf met tellen, maar laat je kind eerst eens een poging wagen. Weet je kind nog niet hoe dit moet? Begin dan met het sorteren van muntjes en/of briefjes met dezelfde waarde. Laat je kind vervolgens tellen hoeveel munten en briefjes er van een soort zijn. Mogelijk lukt het je kind zelfs al wel om te bepalen wat de waarde van een bepaald soort munten en/of briefjes is.

Als je je kind wil laten oefenen met het gepast betalen, dan heb je verschillende briefjes en munten nodig. Je kunt samen met je kind aan de slag met speelgoedgeld, geld maken van gekleurde papiertjes of met echt geld. Moet je €52,40 betalen voor de boodschappen? Dan kun je je kind dit op verschillende manieren laten doen. Leg je kind uit dat de meest eenvoudige manier is om te betalen met een briefje van 50, een muntstuk van 2 en twee muntjes van 20 cent. Een andere optie kan zijn om je kind te laten betalen met twee briefjes van 20, een briefje van 10, twee muntstukken van 1 en vier muntjes van 10 cent. Het is ook goed om je kind te vragen om zelf een samenstelling van het brief- en muntgeld te laten bedenken. Doordat je je kind het namelijk zelf laat doen, leert hij beter en krijgt je kind meer inzicht in de waarde van geld. 

Geldrekenen is iets waar je je hele leven mee te maken krijgt. Vandaar ook dat hier al vanaf de eerste groep op de basisschool aandacht aan besteed wordt. In groep 1 leert je kind de basis van geldrekenen en in de daaropvolgende groepen wordt het steeds een beetje moeilijker gemaakt. Hieronder lees je wat er per groep behandeld wordt op het gebied van rekenen met geld.

De basis voor geldrekenen wordt al gelegd in groep 1 en 2 van de basisschool. In deze groepen leren zij vooral spelenderwijs. Zo kan er in de klas of thuis bijvoorbeeld winkeltje gespeeld worden. Op deze manier leren zij snel dat een product van €1 goedkoper is dan iets van €5. Daarnaast leren ze wat iets waard is door zelf dingen te kopen en/of te verkopen. Zit je kind in groep 1 of 2? Laat hem dan vooral ook regelmatig betalen. Dit kan met echt geld in een winkel, maar ook met nepgeld thuis. Op deze manier leert je kind al op jonge leeftijd om te gaan met geld. Bovendien leren kinderen in groep 1 en 2 dat ze geld terugkrijgen als ze te veel betalen.

Als je kind overgaat naar groep 3, maakt hij voor het eerst echt kennis met geld. In deze groep komen kinderen in ieder geval in aanraking met de euromunten. De meeste scholen nemen ook direct de biljetten mee, maar dit hangt af van de methode. Je kind leert onder meer met welke munten een bepaald bedrag gevormd kan worden. Dit gebeurt vaak met nepgeld in de klas of met plaatjes van de munten. Kinderen worden gevraagd om de munten in te kleuren die nodig zijn om een bepaald bedrag te maken. €0,75 kun je bijvoorbeeld maken met een muntje van 50 cent, 20 cent en 5 cent. In groep 3 leert je kind bovendien optellen en aftrekken tot en met €20 en wordt er aandacht besteed aan geld tellen en gepast betalen.

In het begin van groep 4 is je kind bekend met de basis van geldrekenen en met alle munten en biljetten die er zijn. Daarom wordt rekenen met geld in deze groep iets moeilijker gemaakt. Kinderen leren in deze groep onder meer dat een muntje van 10 hetzelfde is als 10 cent en dat een muntje van 50 hetzelfde is als 50 cent. Daarnaast wordt er in deze groep duidelijk gemaakt dat een munt van €1 gelijk staat aan 100 cent en dat een munt van €2 hetzelfde is als 200 cent. Verder leert je kind ook dat vijf muntjes van 20 hetzelfde waard zijn als een euromunt. Dit gebeurt eveneens met briefgeld. In deze groep wordt overigens ook het euroteken geïntroduceerd. Vanaf dit moment schrijft je kind bedragen niet langer als 1 euro, maar als €1. Richting het einde van groep 4 wordt er van je kind verwacht dat hij gepast kan betalen tot €100. Ook weet je kind dat hij bedragen tot €100 op verschillende manieren kan samenstellen met zowel biljetten als munten. 

Je kind rekent in groep 5 niet alleen meer met hele geldbedragen. In deze groep maakt rekenen met kommagetallen namelijk onderdeel uit van de rekenlessen. Je kind leert niet alleen om geldbedragen bij elkaar op te tellen en van elkaar af te trekken, maar ook het vermenigvuldigen en delen van eenvoudige geldbedragen komt aan de orde. Om geldrekenen zo makkelijk mogelijk te maken, leert je kind hier in groep 5 verschillende strategieën voor. Strategieën die aan bod komen zijn: 

Ook wordt in groep 5 de link gelegd tussen muntgeld en biljetten. Je kind leert bijvoorbeeld hoeveel muntjes van 10 cent hij voor een briefje van 10 krijgt. Daarnaast leren ze in deze groep munten en briefjes te combineren om tot een bepaald geldbedrag te komen.

Waar geldrekenen in groep 5 vaak beperkt blijft tot €100 euro, leert je kind in groep 6 rekenen met bedragen tot €5000. Daarnaast komt je kind in deze groep voor het eerst in aanraking met schattend rekenen. Deze techniek is erg handig voor geldrekenen. Hierdoor leert je kind bijvoorbeeld een inschatting te maken van de kosten van meerdere producten samen. Er wordt in groep 6 ook aandacht besteed aan ‘extra’ betalen, zodat de caissière met briefgeld terug kan betalen in plaats van met muntgeld.

De manier waarop er in groep 7 aandacht besteed wordt aan geldrekenen hangt af van de methode van een school. Sommige scholen breiden de kennis over geldrekenen verder uit, terwijl andere scholen leerlingen enkel nog opdrachten met geldrekenen voorschotelen. Wel wordt geldrekenen in deze groep gecombineerd met bijvoorbeeld procenten. Zo leert je kind bijvoorbeeld uit te rekenen hoeveel een product kost als er 25% korting wordt gegeven. Ook wordt er aandacht besteed aan het uitrekenen van een prijs voor een oppervlakte op basis van de prijs per vierkante meter. Daarnaast krijgt je kind in deze groep te maken met het afronden van geldbedragen op vijf cent of een hele euro’s. 

In groep 8 wordt er van je kind verwacht dat hij redelijk uit de voeten kan met geldrekenen. Daarom besteden de meeste scholen hier geen extra aandacht meer aan. Toch betekent dit niet dat je kind niet gaat rekenen met geld in groep 8. Je kind krijgt in deze groep bijvoorbeeld sommen voorgeschoteld waarin het moet uitrekenen hoeveel 3/4 van €10000 is of hoeveel 20% van €800 is. Verder wordt er in groep 8 vooral gebruik gemaakt van verhoudingstabellen voor geldrekenen. Tot slot komt je kind in deze groep in aanraking met buitenlandse munten, zoals de dollar. Doordat er ook aandacht is voor de koers, kan je kind aan het einde van de basisschool bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel euro 5 dollar waard is.

De meeste kinderen gamen tegenwoordig liever dan dat zij met hun neus in de boeken zitten. Hier kun je handig gebruik van maken door je kind online geldsommen te laten oefenen door middel van rekenspelletjes. Er zijn overigens ook nog andere manieren om geldsommen te oefenen met rekenspelletjes. Zo kun je bijvoorbeeld een spelletje maken van het bezoek aan de supermarkt of een andere winkel. Door je kind op een leuke manier te laten oefenen met geldsommen, slaat hij de materie vaak beter op. Hierdoor gaat rekenen met geld hem steeds beter af.

Op Squla vind je allerlei leuke quizzen die je kind helpen om beter te worden in geldrekenen. Ga op pad met jonkvrouw Mia om baron Ron te redden. Welk harnas is het duurst? En lukt het Mia om dit bedrag bij elkaar te verzamelen? Of bereken hoe lang Nino erover doet om te sparen voor zijn Super Playbox. Rond het bedrag voor de spelcomputer af op 5 cent nauwkeurig. Hoeveel komt hij tekort? Oefen het op Squla! 

Wil je vandaag nog beginnen om samen met je kind te oefenen met geldrekenen? Dan bieden de onderstaande rekenen met geld werkbladen uitkomst. Deze werkbladen zijn voorzien van een groot aantal sommen, waardoor je kind goed kan oefenen met geldrekenen. Bovendien zijn de werkbladen van Squla er voor kinderen van verschillende niveaus. Hierdoor kan je kind direct beginnen met rekenen met geld oefenen.