Squla
Voor alle vakken van de basisschool
Voor alle vakken van de basisschool
Op de basisschool wordt al vroeg een begin gemaakt met rekenen. In groep 1 en 2 wordt op een speelse manier de basis voor rekenen gelegd, maar in groep 3 begint het echte werk. Zo maakt je kind vanaf deze groep bijvoorbeeld kennis met minsommen en erafsommen. Hiermee worden dezelfde soort sommen bedoeld, maar de ene school gebruikt ‘min’ en de andere gebruikt ‘eraf’. Voor het oplossen van deze rekensommen gebruikt je kind de bewerking aftrekken. Weet je kind niet precies hoe het minsommen en erafsommen oplost? Hier lees je er alles over en bovendien kan je kind hier oefenen met minsommen en erafsommen.
Doordat de meeste kinderen op de basisschool voor het eerst in aanraking komen met minsommen en erafsommen, wordt er in beginsel enkel gewerkt met sommen tot 10. Om je kind te helpen deze sommen op te lossen, wordt er eerst vaak gebruik gemaakt van echte spullen. Zo kan een kind zelf zien dat er nog 3 blokjes overblijven als er van de 5 blokjes 2 weg worden gehaald. Je kind krijgt hierdoor een goed beeld van minsommen. In een later stadium worden de voorwerpen ingeruild voor plaatjes. Zo wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een bus. Hierbij wordt een bus afgebeeld met daarin een aantal mensen. Je kind telt eerst hoeveel mensen er in de bus zitten. Bij de eerstvolgende bushalte stappen er mensen uit. Stel dat er eerst 8 mensen in de bus zaten en er 2 zijn uitgestapt, dan wordt je kind gevraagd naar het antwoord op de som 8 – 2. Aangezien er nu nog maar 6 mensen in de bus zitten, is het antwoord op de som 6. Dergelijke sommen staan ook wel bekend als bussommen.
Als er enige aandacht is besteed aan minsommen en erafsommen tot 10, wordt het je kind iets moeilijker gemaakt. De sommen gaan dan niet langer tot 10, maar tot 20. Dit is in het begin ongetwijfeld even wennen, maar veel kinderen begrijpen al snel wat er van hen verwacht wordt. Het enige verschil tussen minsommen en erafsommen tot 20 en sommen tot 10 is dat er met grotere getallen gerekend wordt. Je kind kan deze sommen namelijk nog steeds op dezelfde manier oplossen. Ook hier geldt weer dat er vaak plaatjes gebruikt worden om minsommen en erafsommen tot 20 uit te beelden. Aan het einde van groep 3 wordt er van je kind verwacht dat hij de sommen tot 20 onder de knie heeft en dat hij dit met maar ook zonder de hulp van plaatjes kan.
Aan het begin van groep 4 kunnen de meeste kinderen minsommen en erafsommen tot 20 makkelijk, snel en uit het hoofd oplossen. Daarom wordt het in deze groep weer een stukje moeilijker gemaakt. Tijdens de rekenlessen in groep 4 komt je kind in aanraking met minsommen en erafsommen tot 100. Er wordt niet alleen van je kind verwacht dat het deze sommen op kan lossen, maar je kind moet minsommen en erafsommen tot 100 ook uit verhaaltjessommen en redactiesommen kunnen halen. In groep 5 wordt er voortgeborduurd op het oplossen van minsommen en erafsommen tot 100.
In groep 5 komt er weer een nulletje bij achter de sommen. Vanaf deze groep komt je kind namelijk in aanraking met minsommen en erafsommen tot 1000. Zo krijgt je kind in deze groep te maken met sommen als 340 – 75. Basisscholen doen er alles aan om ervoor te zorgen dat je kind deze sommen zo snel mogelijk op kan lossen. Tijdens de rekenlessen komen er verschillende technieken aan bod om minsommen en erafsommen tot 1000 makkelijk en snel op te lossen. Hierdoor duurt het meestal niet lang voordat je kind het juiste antwoord gevonden heeft op deze, op het eerste gezicht, ingewikkelde sommen.
Om je kind kennis te laten maken met minsommen, wordt er in de eerste groepen van de basisschool met echte voorwerpen – zoals blokjes of kinderen uit de klas – en met plaatjes gewerkt. Deze voorwerpen en plaatjes verdwijnen langzaam maar zeker, want er wordt van je kind verwacht dat het kan hoofdrekenen met minsommen. Dit gebeurt stapje voor stapje. Zo leert je kind eerst hoofdrekenen met erafsommen en minsommen tot 10 en vervolgens met sommen tot 20, 100 en 1000. In het begin mag je kind nog gebruik maken van tussenstapjes (automatiseren) om een som op te lossen, maar op den duur moet hij het antwoord op sommen tot 20 verkrijgen zonder gebruik van tussenstapjes en/of materialen (memoriseren).
Erafsommen en minsommen maken vrijwel de hele basisschool onderdeel uit van de rekenlessen. In groep 3 komt je kind hier voor het eerst mee in aanraking. Iedere groep worden de sommen steeds iets moeilijker gemaakt en komen er nieuwe strategieën om de hoek kijken. Om jou wat meer inzicht te geven erafsommen en minsommen op de basisschool zetten we hieronder op een rijtje wat je kind per groep leert.
Het echte rekenen begint in groep 3. In deze groep maakt je kind allereerst kennis met de begrippen erbij en eraf. Als dit eenmaal duidelijk is, wordt er aandacht besteed aan het plus- en minteken. Vervolgens zet je kind zelf de eerste stapjes in de wereld van minsommen. Het blijft in deze groep nog beperkt tot minsommen tot 10. Bovendien krijgt je kind in deze groep voornamelijk kale rekensommen voorgeschoteld, zoals 7 – 3, 4 – 1 en 10 – 6. Op deze manier maakt je kind in alle rust kennis met minsommen. Toch wordt er ook al voorzichtig een basis gelegd voor contextsommen.
Waar je kind in groep 3 vooral rekende met kale erafsommen, is dit in groep 4 niet langer het geval. Er wordt namelijk meer en meer aandacht besteed aan contextsommen, waar in groep 3 de basis al voor gelegd werd. Erafsommen en minsommen bevatten in deze groep bijvoorbeeld steeds vaker geld, maten en tijd. Het is in groep 4 overigens de bedoeling dat je kind minsommen tot en met 20 uit het hoofd op kan lossen. Vandaar dat er in deze groep veel aandacht besteed wordt aan memoriseren. Dit houdt in dat je kind steeds minder na hoeft te denken over de uitkomst van erafsommen en minsommen. Bovendien wordt er van je kind verwacht dat het minsommen tot en met 100 op kan lossen en uit verhaaltjessommen kan halen.
In groep 5 gaat je kind verder met de basis voor erafsommen en minsommen die in groep 4 gelegd is. De sommen bevatten grotere getallen, waardoor het oplossen steeds meer een uitdaging wordt. Bovendien zijn erafsommen en minsommen in groep 5 vaker verwerkt in een verhaaltje. De sommen blijven in deze groep niet meer beperkt tot 100, maar je kind leert rekenen tot 1000. Er wordt onder meer aandacht besteed aan het vlot oplossen van deze sommen. Hiermee wordt een eerste aanzet gegeven voor het memoriseren van erafsommen en minsommen. Tot slot komt je kind in groep 5 voor het eerst in aanraking met decimale getallen. Zo krijgt het bijvoorbeeld sommen met decimale geldbedragen voorgeschoteld.
Net als in groep 5 wordt er in groep 6 ook niet meer alleen maar gerekend met hele getallen. In deze groep kan je kind namelijk ook erafsommen en minsommen met breuken tegenkomen. Er kan zowel gevraagd worden naar de oplossing van een heel getal min een breuk, maar ook naar een breuk min een breuk. Verder komt er in deze groep veel rekenstof terug uit groep 5, maar dan wel met een hogere moeilijkheidsgraad. Zo krijgt je kind vanaf deze groep bijvoorbeeld te maken met erafsommen en minsommen tot 10000 in plaats van sommen tot 1000. Daarnaast komen er steeds vaker minsommen met kommagetallen terug tijdens de rekenlessen in groep 6 en wordt er aandacht besteed aan erafsommen en minsommen met haakjes.
Groep 7 wordt bestempeld als het moeilijkste rekenjaar van de basisschool. Ook het niveau van erafsommen en minsommen gaat omhoog. Tijdens de rekenlessen in deze groep komen onder meer erafsommen met gelijknamige breuken aan bod, evenals aftrekken met helen. Ook gaat je kind in groep 7 aan de slag met gemakkelijke ongelijknamige breuken en leert het minsommen met kommagetallen op te lossen. De getallen waarmee je kind rekent worden in groep 7 ook alsmaar groter. Erafsommen en minsommen kunnen maar liefst tot 100.000 gaan. Op veel scholen wordt in groep 7 ook voor het eerst aandacht besteed aan cijferend rekenen.
De rekenlessen in groep 8 staan voornamelijk in het teken van herhaling. Alles wat je kind van groep 3 tot en met groep 7 geleerd heeft op het gebied van erafsommen en minsommen passeert dan nogmaals de revue. Daarnaast wordt deze kennis in groep 8 verder uitgediept. Waar je kind in groep 6 en 7 al leerde om gelijknamige breuken af te trekken, komt het in groep 8 erafsommen en minsommen met ‘moeilijke’ ongelijknamige breuken tegen. Bovendien moet je kind in staat zijn om erafsommen tot en met 100 snel te kunnen uitrekenen. Daarnaast wordt er in groep 8 voortgeborduurd op cijferend aftrekken, zodat je kind erafsommen en minsommen met grote getallen makkelijker en sneller op kan lossen.
Loopt je kind tegen problemen aan bij het oplossen van bepaalde erafsommen en minsommen? Dan is het verstandig om hier extra tijd en aandacht aan te besteden. Extra oefenen met minsommen of erafsommen kan overigens sowieso geen kwaad, want je kind wordt er alleen maar beter van. Op Squla vind je een aantal leuke oefeningen en spellen die volledig in het teken staan van minsommen en erafsommen. Ga aan de slag met minsommen tot 20, minsommen tot 100, en minsommen t/m 1000 en over 1000. De sommen worden ondersteund met illustraties en zijn verpakt in verhaaltjes. Squla maakt oefenen met minsommen leuk!
Het is ook mogelijk om te oefenen met werkbladen. Hieronder vind je een aantal werkbladen met minsommen en erafsommen zodat je samen met je kind kunt oefenen. Doordat de werkbladen verschillende niveaus hebben, is er voor ieder kind een geschikt werkblad te vinden. Squla heeft hieronder alvast een aantal werkbladen op een rijtje gezet zodat je kind direct kan beginnen met oefenen.
Groep 3 is de eerste groep waarin je kind in aanraking komt met minsommen en erafsommen. Eerst wordt de basis van deze sommen uitgelegd en vervolgens begint je kind met rekenen. In beginsel komen er alleen erafsommen en minsommen tot 10 aan bod. Dit wordt in de hogere groepen uitgebreid naar sommen tot 20, 100, 1000, 10.000 en 100.000.
Breuken komen voor het eerst om de hoek kijken in groep 6. Hier leert je kind niet alleen om breuken van elkaar af te trekken, maar komen er ook minsommen met een breuk en helen voor. Je kind rekent in groep 6 voornamelijk met gelijknamige breuken. In groep 7 en 8 komen ook erafsommen en minsommen met ongelijknamige breuken aan bod.
In groep 8 wordt in feite alle kennis die je kind van groep 3 tot en met groep 7 over erafsommen en minsommen geleerd heeft, herhaald. Daarnaast wordt de kennis over deze sommen verder uitgediept. Sommen worden niet alleen moeilijker gemaakt, maar er wordt ook van je kind verwacht dat het erafsommen en minsommen tot 100 snel uit het hoofd kan uitrekenen.
Erafsommen en minsommen met grote getallen lost je kind op door cijferend aftrekken. Je kind kan deze techniek toepassen op sommen waarop hij het antwoord niet direct weet. Met behulp van cijferend aftrekken kan je kind makkelijk grote getallen van elkaar aftrekken, zodat hij snel het juiste antwoord vindt.
Je kind kan op Squla op een leuke manier aan de slag met erafsommen en minsommen. Er worden quizzen en interactieve games aangeboden, waardoor leren minder als een verplichting voelt. Op Squla maakt je kind spelenderwijs kennis met allerlei soorten minsommen!