Squla
Voor alle vakken van de basisschool
De meeste kinderen houden van spelletjes. Zodra ze eenmaal een spelletje gevonden hebben, zijn ze hier soms uren zoet mee. Het vinden van een spelletje is alleen niet altijd even makkelijk. Lukt het je kind niet om zelf iets te bedenken? Help hem dan op weg. Om jou hierin te ondersteunen, heeft Squla op deze pagina 43 binnen- en buitenspelletjes voor kinderen op een rijtje gezet. Grote kans dat hier een spel tussen zit dat je kind geweldig vindt!
Sommige spelletjes zijn alleen geschikt voor binnen, terwijl je andere juist alleen buiten kunt spelen. Gelukkig zijn er ook spellen die niet afhankelijk zijn van het weer. De onderstaande 5 spellen kan je kind namelijk zowel binnen als buiten spelen.
Veel kinderen zijn dol op verstoppertje. Dit komt vooral doordat kinderen het vaak een spannend spel vinden. Aan het begin wordt er één iemand aangewezen als de zoeker. Voordat de overige kinderen zich verstoppen, spreken zij onderling af hoeveel tijd ze hiervoor hebben. Als er 30 seconden wordt afgesproken, begint de zoeker met zijn ogen dicht tot 30 te tellen. De rest van de kinderen verstopt zich in deze tijd. Is de tijd verstreken? Dan opent de zoeker zijn ogen en gaat hij op zoek naar de verstopte kinderen.
Buiten verstoppertje spelen is vaak leuker dan binnen, want in de open lucht heeft je kind vaak meer mogelijkheden om zich te verstoppen. Hij kan achter een boom gaan staan of zich in de struiken schuilhouden. Toch kan dit spel ook prima in huis gespeeld worden. Kinderen kunnen zich dan bijvoorbeeld onder het bed, in de kast of achter de gordijnen verstoppen.
Net als verstoppertje is ‘Simon(e) zegt’ ook een spel dat kinderen zowel binnen als buiten kunnen spelen. Eén van de kinderen wordt aangewezen als Simon of Simone. De andere kinderen beginnen allemaal met drie punten. Het doel van Simon/Simone is om deze punten weg te spelen, zodat er uiteindelijk nog maar één speler overblijft.
Om de punten van de andere kinderen weg te spelen, gebruikt Simon/Simone commando’s. Zegt de persoon bijvoorbeeld ‘Simon/Simone zegt: steek je duim op’? Dan gehoorzamen de andere kinderen. Als ze dit niet doen, verliezen ze namelijk een punt. Wanneer Simon/Simone een commando geeft zonder ‘Simon/Simone zegt’ ervoor, moeten zij dit juist niet uitvoeren. Doet een kind dit toch? Dan verliest hij of zij een punt. Degene die als laatste overblijft, is de volgende ronde Simon/Simone.
Toen je vroeger klein was, heb je zelf ongetwijfeld ook een stoelendans gedaan. Dit spel wordt bijvoorbeeld veel gespeeld tijdens kinderfeestjes. De kinderen die meedoen, moeten zo snel mogelijk op een vrije stoel gaan zitten zodra de muziek stopt. Als ouder kun jij de muziek bedienen, zodat de kinderen zich volledig op het spel kunnen focussen en de stoelendans eerlijk verloopt. Degene die als laatste overblijft, wint de stoelendans.
Om stoelendans te spelen, zet je stoelen in een kring met de rugleuning naar elkaar toe. Zet altijd één stoel minder neer dan het aantal kinderen dat meedoet. Na iedere ronde haal je telkens een stoel weg, zodat er niet voor iedereen een stoel is. Bij slecht weer kun je dit spel in de woonkamer spelen, maar bij mooi weer zet je de stoelen op het terras of in het gazon neer. Je kunt in dat geval je smartphone en eventueel een draadloze speaker gebruiken om de muziek op af te spelen.
Is je kind uitgekeken op tikkertje? Opper dan eens om ‘voetje van de vloer’ te spelen. Zoals de naam al aangeeft, is het bij dit spel de bedoeling dat kinderen niet met hun voeten op de vloer staan. Als ze dit wel doen, kunnen ze getikt worden. Wordt een kind getikt terwijl hij met één of beide voeten op de grond staat? Dan is hij de nieuwe tikker.
Voordat het spel begint, spreken de kinderen eerst onderling af wie de eerste tikker is, wat het speelveld is en hoe lang iemand op dezelfde plek mag blijven. Het kind dat de tikker is, mag niet wachten tot deze tijd verstreken is, anders is iedereen binnen de kortste keren af.
Als je kind veel ‘voetje van de vloer’ speelt, kun je wat variatie aanbrengen om het leuk te houden. Leg bijvoorbeeld wat hoepels op de grond. Staat een kind in zo’n hoepel? Dan mag hij niet getikt worden. Daarnaast kun je extra voorwaarden afspreken wanneer kinderen niet getikt mogen worden, bijvoorbeeld als ze op één been staan of door het speelveld hinkelen.
Een vijfde en laatste spel dat zowel geschikt is voor binnen als buiten, is Twister. Dit spel ken je vast wel. Misschien heb je het vroeger zelf wel gespeeld. In dat geval is het hartstikke leuk om het samen met je kind(eren) te spelen. Het enige wat je hiervoor nodig hebt, is de speelmat en de draaiwijzer. Je kunt het spel kopen in de winkel, maar eventueel ook zelf maken met behulp van een oud, wit laken en wat verf.
Het mooie aan Twister is dat je in principe zelf bepaalt met hoeveel spelers je het speelt. Toch heeft het de voorkeur om met minimaal drie personen te spelen, twee spelers op de mat en één scheidsrechter. De scheidsrechter ziet er niet alleen op toe dat het spel eerlijk verloopt, maar draait ook aan de wijzer om te bepalen wat de volgende handeling is die de spelers uitvoeren.
Twister is een spel dat vaak in huis gespeeld wordt. Je vouwt de mat uit, legt hem op de vloer en kunt beginnen met spelen. Is het mooi weer? Dan is het zonde om Twister binnen te spelen. Neem de mat dan mee naar buiten en leg hem op het terras of in het gazon neer. Het gazon heeft de voorkeur, want je kind komt zo niet op een harde ondergrond terecht als hij tijdens het spel omvalt.
Regent het of is het koud? Dan stuur jij je kind uiteraard niet naar buiten voor een spelletje. Gelukkig betekent dit niet dat hij helemaal geen spelletjes kan spelen, want er zijn genoeg spelletjes voor binnen. Kun je nog wel wat inspiratie gebruiken? Richt je dan eens tot het volgende lijstje met… binnenspelletjes.
Wie zijn kind binnen wil vermaken met een spelletje, kan hem memory laten spelen. Dit spel is niet alleen leuk, maar ook bijzonder leerzaam voor kinderen. Memory heeft namelijk een positieve invloed op het geheugen van je kind. Doel van dit spel is immers om twee gelijke plaatjes te vinden en dit kan alleen door te onthouden welke plaatjes waar liggen.
Heb je geen memoryspel in huis? Geen probleem, want je kunt je kind dit spel zelf laten maken. Pak een aantal vellen papier en vraag hem om op twee papieren dezelfde tekening te maken. Laat hem bijvoorbeeld twee keer een zon, twee keer een boom, twee keer een auto en twee keer een huis tekenen. Leg de papieren vervolgens op de kop neer zonder dat je kind kijkt en laat hem de tekeningen zoeken die bij elkaar horen.
De meeste mensen hebben wel een aantal bordspellen in huis. Geldt dit ook voor jou? Dan zit hier mogelijk ook ganzenbord tussen. Ondanks dat dit spel al ontzettend oud is, is het voor alle leeftijden leuk om te spelen. Als je kind ganzenbord speelt, is het doel om als eerste met zijn pion over de finish te komen. Dit doet hij door met de dobbelsteen te gooien. Het aantal ogen dat hij gooit, is het aantal vakjes dat hij zijn pion vooruit mag zetten op het bord.
Om ervoor te zorgen dat ganzenbord niet binnen een paar minuten voorbij is, komt je kind onderweg allerlei ‘hindernissen’ tegen. Belandt hij bijvoorbeeld in de gevangenis of in de put? Dan moet hij één of meerdere beurten overslaan. Daarnaast kan je kind een aantal plaatsen teruggestuurd worden als hij op een bepaald vakje eindigt. Er is zelfs een vakje genaamd ‘de dood’. Wie hierop eindigt, moet helemaal opnieuw beginnen.
Kinderen zijn vaak dol op tekenen. Geldt dit ook voor jouw kind? Dan is Pictionary een leuk spel om te spelen als het buiten regent of koud is. Bij dit spel moet je kind namelijk omschrijven wat er op het kaartje staat door te tekenen. Hij mag hierbij niet praten en geen gebaren maken. Aan de hand van de tekening moeten de anderen raden wat er op het kaartje staat.
De meeste mensen kennen Pictionary als bordspel. Heb je dit spel niet in huis? Denk dan niet dat je het moet kopen, want dat hoeft niet. Je kunt namelijk zelf Pictionary maken. Maak een aantal kaartjes en schrijf op ieder kaartje een woord. Je kunt eventueel met verschillende kleuren werken. Schrijf op de ene kleur moeilijkere woorden dan op de andere kleur. Op deze manier blijft het spel uitdagend voor je kind. Het enige verschil met het bordspel is dat je geen bord hebt om op te spelen als je Pictionary zelf maakt.
Schaken wordt regelmatig als een ouderwets spel gezien, maar toch is het hartstikke goed om het je kind te leren. Je kind wordt namelijk slimmer als hij regelmatig een schaakspel speelt. Dit is niet het enige voordeel van dit spel, want schaken verbetert ook het concentratievermogen en versterkt de denkkracht van je kind. Kinderen ontwikkelen bovendien cognitieve vaardigheden door een schaakspel te spelen. Zo heeft schaken bijvoorbeeld een positieve invloed op hoofdrekenen, ruimtelijk en visueel inzicht, plannen en vooruitdenken.
Houd je kind van bouwen? Dan vindt hij Jenga ongetwijfeld een leuk spel om te spelen. De basis van het spel bestaat uit een toren van houten blokjes. Het is de bedoeling dat de speler die aan de beurt is telkens een blokje uit de toren pakt zonder dat deze omvalt. Als dit lukt, wordt het blokje op de toren gelegd. Dit gaat net zolang door tot iemand de toren laat vallen. Degene die de toren laat vallen, verliest het spel. Wil je nogmaals spelen? Laat je kind de toren dan opnieuw opbouwen.
Verveelt je kind zich omdat het slecht weer is? Opper dan eens om domino te spelen. Met dit spel kun je namelijk veel verschillende kanten op. Allereerst kun je je kind de stenen aan elkaar laten leggen. Omdat alleen stenen met hetzelfde aantal ogen aan elkaar mogen grenzen, wordt je kind uitgedaagd om na te denken en goed te kijken.
Wie denkt dat het bij domino alleen een kwestie is van steentjes aanleggen, heeft het mis. Je kunt dit spel namelijk ook op andere manieren gebruiken. Zo kan je kind er bijvoorbeeld een toren van bouwen. Daarnaast kun je hem leren dat de steentjes ook rechtop kunnen staan. Laat je kind ze in een rijtje zetten met een kleine afstand tussen elk steentje. Staan er een paar steentjes? Vraag je kind dan om de eerste aan te tikken. Hij vindt dit vast en zeker geweldig, waardoor hij zal proberen om de rij steeds langer te maken.
Als je kind binnen een spel wil spelen, kun je voorstellen om een kaartspel te doen, zoals Uno, Pesten of Hartenjagen. Voor de laatste twee spellen heb je alleen een pak speelkaarten nodig, Uno speel je met speciale kaarten. Kaartspellen zijn misschien niet zo spectaculair als andere spellen in dit rijtje, maar toch is het goed als je kind regelmatig een kaartspel speelt. Je kind leert hierdoor namelijk om te gaan met tegenslagen en emoties.
Heb je je kind weleens meegenomen naar de bowlingbaan? Grote kans dat hij zich hier goed vermaakt heeft. Daarom wil hij dit spelletje misschien vaker spelen. Je denkt misschien dat je hiervoor naar de bowlingbaan moet, maar dat hoeft niet. Het is namelijk relatief makkelijk om dit spel thuis na te maken. Hier heb je in principe alleen maar een aantal lege flessen en een bal voor nodig. Zet de flessen op de vloer en laat je kind ze omgooien met de bal. Je kunt er ook een wedstrijdje van maken door samen met hem te spelen en jullie scores bij te houden.
Als je kind een creatieve geest heeft, is het leuk om hem een schaduwspel te laten spelen. Voor dit spel heb je in principe alleen een lichtbron nodig, zoals een zaklamp of bouwlamp. Richt deze op de muur en laat je kind tussen de muur en de lichtbron gaan zitten. Er wordt dan een schaduw zichtbaar op de muur. Het doel van een schaduwspel is dat hij zijn eigen schaduw gebruikt om een verhaal te vertellen. Aan jou de taak om dit te aanschouwen. Jullie kunnen er ook een raadspel van maken. Maak bijvoorbeeld kaartjes met woorden en beeld het woord uit dat op het kaartje staat. Het is aan de toeschouwer(s) om te raden wat er uitgebeeld wordt.
Is je kind gek op dansen? Organiseer dan een danswedstrijd. Vraag vriendjes en vriendinnetjes van je kind om mee te doen, zodat er een redelijk deelnemersveld ontstaat. Zelf kun je plaatsnemen in de jury. Vraag eventueel nog wat mensen die je komen vergezellen, zodat het resultaat niet gebaseerd is op de mening van slechts één persoon. Stel vooraf duidelijke regels op en licht de deelnemers hierover in. Zij kunnen hier zo rekening mee houden. Bovendien wordt het voor jou makkelijker om te jureren en is de kans op teleurstelling kleiner.
Vliegtuigjes vouwen is iets wat je je kind gemakkelijk leert. Omdat het vouwen op zich niet zoveel voorstelt, is je kind hier misschien al snel op uitgekeken. Als je hem hier wat langer mee wilt vermaken, maak je er een wedstrijdje van. Vouw allebei een vliegtuigje en ga helemaal voorin het huis staan. Vervolgens is het de bedoeling dat jullie je vliegtuigje allebei weggooien. Het vliegtuigje dat de grootste afstand overbrugt, wint het spel. Woon je in een klein huis of gooi je binnen liever niet met vliegtuigjes? Dan kunnen jullie de vliegtuigjes ook buitenshuis gooien.
Net als bij vliegtuigjes vouwen kan je kind al snel uitgekeken zijn op het bouwen van een blokkentoren. Hij doet immers constant hetzelfde, waardoor dit op den duur misschien gaat vervelen. Als je er een spelletje van maakt, houdt je kind het waarschijnlijk langer vol. Neem het zelf tegen je kind op of laat hem strijden tegen een vriendje of vriendinnetje. Spreek bijvoorbeeld af dat degene die na een bepaalde tijd de hoogste toren heeft, het spel wint. Om het moeilijker te maken, kun je extra regels invoeren. Op deze manier blijft een toren bouwen met blokken uitdagend voor je kind.
Dit spel vertoont de nodige overeenkomsten met ‘voetje van de vloer’. Nadat je ‘de vloer is lava’ hebt geroepen, moet je kind binnen vijf seconden zorgen dat hij niet meer met zijn voeten op de vloer staat, door bijvoorbeeld op de bank te springen. Lukt dit niet? Dan is hij af. Laat je kind dit spel bij voorkeur met vriendjes of vriendinnetjes spelen. Je kunt eventueel zelf ook meedoen, dat vindt je kind vast leuk. Om het spel extra uitdagend te maken, kun je de regel instellen dat iemand minimaal vijf seconden de vloer niet aan mag raken nadat je ‘de vloer is lava’ hebt gezegd.
Speelt je kind graag buiten? Dan vermaakt hij zich hier misschien prima. In dat geval hoef je geen spelletjes voor hem te bedenken, want hij komt zelf waarschijnlijk wel met ideeën. Toch kan het voorkomen dat je kind graag iets in de buitenlucht wil doen, maar niet precies weet wat. De buitenspelletjes hieronder bieden in dat geval uitkomst. Neem je dit lijstje samen met je kind door? Dan is de kans groot dat er een spel tussen zit dat je kind leuk vindt.
Toen je vroeger zelf klein was, heb je ongetwijfeld tikkertje gespeeld. Ook nu is dit nog een spel dat veel gespeeld wordt. Weet je kind even niet wat hij buiten moet doen? Stel dan voor om samen met zijn vriendjes en/of vriendinnetjes tikkertje te spelen. Eén van de kinderen wordt aangewezen als tikker en hij/zij moet proberen om andere kinderen te tikken.
Het mooie aan tikkertje is dat er allerlei varianten van zijn. Zo kun je wisselen van tikker als iedereen getikt is, maar ook als er één iemand getikt wordt. Kinderen die getikt zijn, kunnen zich bovendien bij de tikker voegen. Zij vormen een slinger en proberen samen de andere kinderen te tikken. Het mooie aan deze variant van tikkertje is dat kinderen samen moeten werken. Doordat zij aan elkaar vastzitten, moeten ze in overleg bepalen welke kant ze opgaan en wie ze willen tikken.
Zit je kind op voetbal? Dan is hij hier in zijn vrije tijd misschien hartstikke druk mee. In dat geval vindt hij het vast leuk om spelletjes te spelen waarbij voetbal centraal staat. Tienen is een voorbeeld van zo’n spel. Voor dit spel heb je een doel, bal en minimaal drie spelers nodig. Eén van de spelers neemt plaats in het doel en de andere spelers proberen bij hem te scoren. Gaat de bal uit of vangt de keeper hem? Dan vindt er een keeperswissel plaats. Degene die schoot is in dat geval de nieuwe keeper.
Als er gescoord wordt, gaan er punten van het totaal van de keeper af. Hoeveel punten hij verliest, hangt af van de manier waarop gescoord wordt. Een schot is één punt, een kopbal en hakje voor twee punten en een omhaal vijf punten. Uiteraard gaat het hier om richtlijnen. Je kunt de spelregels van tienen naar eigen inzicht en in overleg met je kind veranderen.
Naast tienen is paaltjesvoetbal ook een leuk spel voor buiten. Ieder kind krijgt in dat geval een paaltje, blokje, pion of fles. Deze zetten ze voor zich op de grond neer. Elk kind bewaakt zijn eigen paaltje, maar probeert die van de anderen juist omver te schieten. Het spel eindigt als er nog maar één paaltje overeind staat. Het kind van wie dit paaltje is, is de winnaar van paaltjesvoetbal.
Vliegeren is iets wat kinderen graag doen. Stel je voor om te gaan vliegeren? Grote kans dat je kind hier volmondig ‘ja’ op zegt. Opper dit alleen op winderige dagen, want zonder wind wordt vliegeren een uitdaging. Als je kind eenmaal met een vlieger in de weer is, is de kans groot dat hij zich hier een behoorlijke tijd mee vermaakt. Als je zelf meedoet, kun je voorstellen om er een wedstrijdje van te maken. Degene die zijn vlieger het langst in de lucht weet te houden, wint. Heb je maar één vlieger? Zet dan een stopwatch aan om te timen wie zijn vlieger het langst in de lucht houdt.
Zoek je een leuk en sportief spel voor een groep kinderen? Dan is touwtrekken een goede optie. De kinderen worden verdeeld over twee teams en ieder team neemt plaats aan het uiteinde van een touw. Trek in het midden een lijn. Zodra een team alle spelers van het andere team over deze lijn trekt, hebben zij gewonnen. In plaats van een lijn trekken kun je ook een doekje in het midden van het touw knopen en een pylon of fles als markering op de grond zetten.
Touwtrekken is niet alleen leuk en sportief, maar ook nog eens leerzaam. Kinderen leren namelijk dat ze alleen kunnen winnen door goed met elkaar samen te werken. Als ieder teamlid doet wat hij zelf wil, is de strijd waarschijnlijk snel gestreden.
Omdat er bij dit spel in teams tegen elkaar gestreden wordt, heb je minimaal vier spelers nodig. Maak twee gelijke teams en speel ‘roof de vlag’ bij voorkeur in een bosrijke omgeving. Beide teams krijgen een vlag en verstoppen deze. Je kunt een oude theedoek of een plastic tas als vlag gebruiken. De vlag moet een klein beetje zichtbaar zijn, zodat het niet onmogelijk is voor het andere team om hem te vinden.
Wie denkt dat ‘roof de vlag’ niets meer is dan een speurtocht naar de vlag van het andere team, heeft het mis. Beide teams richten namelijk ook een gebied in als gevangenis. Zodra iemand door een speler uit het andere team getikt wordt, moet hij naar de gevangenis. Als een teamgenoot je tikt terwijl je in de gevangenis zit, ben je bevrijd en kun je weer helpen zoeken naar de vlag van de tegenpartij.
Zoek je een spel om je kind en zijn vriendjes en/of vriendinnetjes uit te dagen? Organiseer dan een bellenblaaswedstrijd. Daag de kinderen bijvoorbeeld uit om een zo groot mogelijke bel of een bel met een bijzondere vorm te blazen. Voor dit spel heb je uiteraard een bellenblaas nodig. Heb je deze niet in huis? Geen probleem, want je kunt er zelf eentje maken.
Om zelf een bellenblaas te maken, heb je alleen twee stokken, een lang stuk touw en een kort stuk touw nodig. Bind de uiteinden van beide touwen aan de bovenkant van de stokken. Zorg ervoor dat het korte touw boven het lange touw zit. Laat je kind de touwen onderdompelen in een sopje en er vervolgens een zwaaiende beweging mee maken. Als hij dit goed doet, verschijnen er enorme bellen.
Zakdoekje leggen ken je misschien nog wel van kinderfeestjes van vroeger. Ook tegenwoordig wordt dit spel nog veelvuldig gespeeld. Om dit spel te spelen, zijn er meerdere kinderen nodig. Alle kinderen gaan op de grond in een kring zitten, met het gezicht naar elkaar toe. Eén kind krijgt een zakdoek en staat buiten de kring. De kinderen in de kring sluiten hun ogen en zingen het volgende liedje.
Het kind met de zakdoek legt deze achter één van de zittende kinderen neer. Aan het eind van het liedje openen de kinderen in de kring hun ogen om te kijken of de zakdoek achter hem/haar ligt. Het kind achter wie de zakdoek ligt, probeert de ‘legger’ te tikken voordat hij op de lege plek zit. Is het kind getikt? Dan moet hij de zakdoek nogmaals achter iemand neerleggen. Als hij de lege plek bereikt heeft zonder getikt te worden, is het andere kind de nieuwe ‘legger’.
De meeste mensen hebben wel ballonnen in huis. Geldt dit ook voor jou? Dan kun je deze gebruiken om een spelletje met je kind(eren) te spelen. Blaas net zoveel ballonnen op als het aantal kinderen en geef ieder kind een eigen ballon. Als ieder kind een ballon heeft, is het de bedoeling dat ze deze in de lucht houden. Hier mogen ze in principe hun hele lichaam voor gebruiken. Raakt een ballon de grond? Dan is het kind in kwestie af. Wie de lat wat hoger wil leggen, vraagt de kinderen om op een vaste plek te blijven staan terwijl ze de ballon hooghouden. Je kunt ze eventueel ook op de grond laten zitten.
Op een zomerse dag is het heerlijk als je kind wat verkoeling krijgt. Dit kan door hem nat te spuiten met de tuinslang of een zwembadje neer te zetten, maar het is veel leuker om een waterballonnengevecht te houden. Vul de ballonnen, leg er een knoop in en deel ze uit. Op jouw teken beginnen de kinderen elkaar te bekogelen. Om te voorkomen dat het te lomp en onbenullig gaat, kun je als regel invoeren dat kinderen elkaar niet tegen het hoofd mogen gooien met een waterballon.
Houd je kind ervan om te bewegen? Koop dan een springtouw voor hem, zodat hij zich buiten kan vermaken. Touwtjespringen is niet alleen leuk, maar ook nog eens bijzonder nuttig voor de ontwikkeling van je kind. Hij krijgt er namelijk een beter uithoudingsvermogen door en bovendien verbetert je kind zijn coördinatievermogen. In plaats van een springtouw kopen kun je er ook zelf eentje maken. Hiervoor heb je in principe alleen maar een stuk touw nodig. Voor een betere grip kun je een lus aan beide uiteinden van het touw maken.
Op het plein van de school waar je vroeger op zat, was waarschijnlijk wel een hinkelpad te vinden. Ook tegenwoordig hebben veel schoolpleinen nog zo’n pad. Hierdoor is de kans groot dat je kind dit spel weleens gespeeld heeft. Vaak wordt het pad simpelweg hinkelend afgelegd, maar je kunt er ook een spelletje van maken door je kind een steentje of ander voorwerp te laten gooien voordat hij begint met hinkelen. Het is de bedoeling dat deze in één van de vakjes van het hinkelpad blijft liggen. Op de terugweg probeert je kind hem op te pakken zonder hierbij zijn evenwicht te verliezen.
Dit spel is het leukst om met een groep kinderen te spelen. Teken eerst een aantal grote cirkels op de grond of gebruik eventueel hoepels als je deze tot je beschikking hebt. Verdeel de kinderen vervolgens over twee teams. Ieder team krijgt zijn eigen voorwerp en het doel is om als eerste vijf dezelfde voorwerpen op een rij te krijgen.
Als ouder houd je toezicht en ben je scheidsrechter. Laat van ieder team een speler klaar gaan staan met een voorwerp in zijn hand. Op jouw teken mogen ze richting het speelveld rennen en het voorwerp in één van de cirkels of hoepels leggen. Ze rennen vervolgens terug en tikken de volgende speler aan. Dit gaat net zolang door tot één van de teams vijf-op-een-rij heeft.
Om ‘balletje over’ te spelen heb je twee ballen, een speelveld en een groep kinderen nodig. Verdeel de kinderen als eerste in twee teams en geef ieder team een bal. Doel van dit spel is om de bal zo snel mogelijk aan de overkant van het speelveld te krijgen. Lopen met de bal is niet toegestaan, waardoor kinderen alleen vooruitgang kunnen boeken door de bal aan elkaar over te geven of door over te gooien. Doordat er nog een team in het speelveld staat met hetzelfde doel, kan het zijn dat een bal de grond raakt. In dat geval moet het team van wie de bal is opnieuw beginnen.
Omdat schatten iets mysterieus hebben voor kinderen, vinden ze schatzoeken geweldig. Vandaar dat dit een leuk spel is om buiten te spelen. Je kind kan in zijn eentje op zoek gaan naar een schat, maar ook samen met vriendjes en/of vriendinnetjes. Wil jij het extra leuk maken voor je kind? Maak dan een schatkaart. Teken een aantal opvallende objecten die in de tuin staan en zet een ‘X’ op de plek waar de schat ligt. Als je kind de kaart op de juiste manier leest, weet hij waar de schat begraven ligt.
Kinderen die creatief zijn, vermaken zich vaak goed met stoepkrijt. Je kind kan er een mooi kunstwerk mee maken, maar er kunnen ook spelletjes gespeeld worden met stoepkrijt. Boter, kaas en eieren is hier een voorbeeld van. Teken een raster van drie bij drie op de bestrating en bepaal wie het rondje en wie het kruisje is. Degene die als eerste drie van zijn symbolen op een rij heeft, wint het spel.
Je kind kan stoepkrijt ook gebruiken om een parcours te maken. Tijdens het afleggen van het parcours moet je kind het ene moment hinkelen en het andere moment springen of een rondje draaien. Doen er meerdere kinderen mee? Laat iedereen dan een onderdeel van het parcours maken voordat ze deze gezamenlijk afleggen. Je kind kan stoepkrijt ook gebruiken om een speurtocht uit te zetten voor vriendjes en/of vriendinnetjes.
Houd je kind van actieve spelletjes in de buitenlucht? Dan is lummelen iets wat hij leuk vindt. Voor dit spel zijn minimaal drie kinderen nodig. Als je kind samen met één vriendje of vriendinnetje is, kun je zelf eventueel meedoen. Eén van de spelers wordt aangewezen als lummel. Hij gaat in het midden staan. De andere spelers proberen een bal naar elkaar over te gooien zonder dat de lummel deze te pakken krijgt. Onderschept de lummel de bal? Dan is de persoon die de bal als laatste aanraakte de nieuwe lummel. Als extra regel kun je eventueel invoeren dat de lummel ook spelers mag tikken als zij de bal vast hebben.
Oud-Hollandse spelletjes doen het vaak goed. Vandaar dat zaklopen een spel is dat veel kinderen leuk vinden. Dit spel is het leukst om in een groep te spelen. Verdeel de groep in twee teams en zorg ervoor dat ieder team een eigen (jute) zak heeft. Zet vervolgens een speelveld uit met een duidelijk start- en eindpunt. Laat van ieder team één persoon in de zak gaan staan. Op jouw teken mogen ze beginnen met ‘lopen’. Zodra ze heen en weer zijn geweest, gaat de volgende speler uit het team in de zak. Het team dat het snelste terug is, wint het spel.
In plaats van (jute) zakken kun je ook ‘big bags’ gebruiken. Deze zakken zijn een stuk groter, waardoor je er met meerdere personen in kunt staan. Zet bij voorkeur vier kinderen in zo’n zak, zodat iedereen een hoek vast kan houden. Dit is een stuk moeilijker dan alleen, want de kinderen moeten samenwerken om de overkant te bereiken.
Als je kind van balspelletjes houdt, vindt hij ‘stand in de mand’ vast een leuk spel. Bij dit spel gaan alle kinderen in een kring staan. Eén van hen krijgt de bal en neemt plaats in het midden. Hij of zij gooit de bal recht omhoog en roept hierbij: ‘stand in de mand en de bal is voor (naam)’. De spelers rennen vervolgens zo snel mogelijk weg, behalve de speler van wie de naam genoemd wordt. Deze persoon probeert de bal zo snel mogelijk te pakken en roept ‘stop’ als hij hem heeft. Alle andere spelers stoppen dan direct.
Staan alle kinderen stil? Dan probeert het kind met de bal één van hen af te gooien. Om het wat makkelijker te maken, mag hij eerst drie passen in de richting van iemand zetten voordat hij daadwerkelijk gooit. Spelers mogen bukken om de bal te ontwijken, maar moeten wel op hun plek blijven staan. Als de speler iemand raakt, mag hij zelf de bal in de lucht gooien. Mist hij? Dan mag de persoon op wie hij gooide de bal in de lucht gooien.
Wie een leuk spel zoekt voor een groep kinderen, kan voorstellen om ‘kat en muis’ te spelen. Eén van de kinderen wordt aangewezen als kat en één als muis. Doel van het spel is dat de kat de muis pakt. De kinderen die geen van beide dieren zijn, proberen de muis zo goed mogelijk te beschermen. Dit doen zij door de kat te hinderen.
De hulpjes van de muis gaan hand in hand staan en vormen meerdere rijen. De muis kan hier in de lengte tussendoor lopen, waardoor het voor de kat lastig wordt om hem te pakken krijgen. Als het fluitsignaal klinkt, moeten de kinderen een kwartslag draaien. Ze pakken vervolgens weer handen vast, waardoor het nu om rijen in de breedte in plaats van de lengte gaat. Op deze manier verandert het speelveld continu, zodat ‘kat en muis’ leuk blijft.
De kans is groot dat dit spel direct een lach op je gezicht tovert, want je hebt het vroeger zelf waarschijnlijk ook gespeeld. Als je er goede herinneringen aan hebt, vind je het ongetwijfeld leuk om samen met je kind te spelen. Voor dit spel heb je twee spelers, een bal en twee stoepranden tegenover elkaar nodig. De spelers gaan tegenover elkaar staan en proberen de bal op de rand van de stoeprand van de ander te gooien, zodat deze terugkomt.
Komt de bal terug? Dan mag de gooiende speler het veld inlopen en proberen hem te vangen. Als dit lukt, mag hij vanaf deze positie op de stoeprand gooien. Gooit hij mis? Dan probeert de andere speler de bal zo snel mogelijk te pakken en zijn tegenstander af te gooien. Wanneer hij hierin slaagt voordat zijn tegenstander weer op ‘zijn’ stoep staat, pakt hij al zijn punten af. Om het spel leuk te houden, kun je eventueel afspreken dat een beurt voorbij is als een speler drie keer achter elkaar de stoeprand geraakt heeft.
Estafette is een spel dat de meeste mensen wel kennen. Je kind kan dit spel alleen spelen met meerdere vriendjes en/of vriendinnetjes. Een estafette race wordt namelijk in teams afgewerkt. Van beide teams legt telkens één speler tegelijkertijd het parcours af. Het is de bedoeling om dit zo snel mogelijk te doen. Het team dat als eerste alle spelers over de finish heeft, wint de estafette.
Wie denkt dat iedere estafette race hetzelfde is, heeft het mis. Je bepaalt namelijk helemaal zelf hoe zo’n race eruitziet. Je kunt de kinderen in een rechte lijn laten rennen, maar ook een deel laten slalommen of ergens onderdoor of overheen laten gaan. Gebruik vooral je creativiteit om een leuk parcours uit te zetten. Hoe meer tijd en moeite je in de voorbereiding steekt, hoe leuker de kinderen de estafette race gaan vinden.
Ringwerpen is een spel dat al sinds jaar en dag gespeeld wordt door jong en oud. Vandaar dat het tijdens kinderfeestjes en familiedagen vaak op het programma staat. Vind je kind dit een leuk spel? Laat hem het dan vooral vaker spelen. Je kunt in dat geval een ringwerpspel kopen, maar dat hoeft niet. Als je zelf ringen hebt, kun je deze namelijk gebruiken voor het spel. Omdat je iets nodig hebt om de ringen omheen te gooien, sla je een paar paaltjes in de grond. Bepaal vervolgens van welke afstand de kinderen mogen gooien en ken puntenaantallen toe aan de verschillende paaltjes. De makkelijkste paaltjes zijn de minste punten waard en de moeilijkste paaltjes de meeste.
Heb je een tuin? Zet hier dan eens een hindernisbaan uit voor je kind en zijn vriendjes en/of vriendinnetjes. Dit klinkt misschien ingewikkeld, maar dat is het helemaal niet. Je hoeft er namelijk niets voor te kopen, want je kunt gewoon spullen gebruiken die je al hebt. Laat ze bijvoorbeeld onder de tafel door kruipen, over stoelen klauteren en al tijgerend onder een kleed doorgaan. Als het mooi weer is, kun je bovendien een zwembadje gebruiken als onderdeel van de hindernisbaan.
Als jij je kind extra uit wilt dagen, betrek je hem bij het samenstellen van de hindernisbaan. Je kunt hem ook de volledige verantwoordelijkheid geven, zodat hij zelf na moet denken over de invulling. Vergeet niet om de baan nog even te controleren voordat hij daadwerkelijk afgelegd wordt, want het moet allemaal wel veilig zijn.
Zodra je kind Kubb heeft gespeeld, is de kans groot dat hij verkocht is. Dit komt vooral doordat het een leuk en uitdagend spel is. Kubb wordt gespeeld in twee teams. Deze teams kunnen uit één persoon bestaan, maar er kunnen ook meerdere mensen in een team zitten. Ieder team heeft een aantal basesticks. Deze zetten zij aan hun kant van het speelveld op de grond neer. Vervolgens proberen beide teams om en om met de kubbs om de basesticks van het andere team omver te gooien. Het team dat als eerste alle basesticks van het andere team én de koning omver heeft gegooid, wint het spel.
Kubbs is overigens niet alleen een leuk spel voor je kind, maar ook bijzonder leerzaam. Het spel helpt je kind namelijk bij het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden. Zo verbetert je kind bijvoorbeeld zijn motoriek. Daarnaast leert hij zich beter te focussen. Zonder focus is het namelijk lastig om de basesticks van de tegenpartij te raken. Speelt je kind in teams van meerdere personen? Dan moet hij bovendien samenwerken en goed communiceren.
Op een warme dag vind je kind het misschien geen goed idee om een actief spel te spelen. Gelukkig kun je het een stuk aangenamer maken door voor een spel met water te kiezen. Heb je thuis waterpistolen liggen? Dan is het leuk om een waterpistoolgevecht te organiseren. Zorg dat ieder kind een vergelijkbaar waterpistool heeft, zodat het gevecht zo eerlijk mogelijk verloopt. Doe je zelf niet mee? Houd dan wel een oogje in het zeil. Het is namelijk niet de bedoeling dat iedereen telkens hetzelfde kind onder vuur neemt.