Leerlingen van de basisschool die goed presteren in de klas, verliezen na de zomervakantie de meeste kennis. Hoe beter ze in rekenen zijn vóór de zomer, hoe groter de teruggang. Dit bleek uit een onderzoek van Squla en de Universiteit van Amsterdam onder bijna duizend leerlingen van 43 scholen in heel Nederland.
De terugval die kinderen na de zomer laten zien in hun leerprestaties staat in het onderwijs bekend als ‘de zomerdip’. De terugval met rekenen is het grootst bij kinderen die dat vak ‘makkelijk’ afgaat. Squla-onderzoeker Francette Broekman heeft wel een vermoeden hoe dat komt. ‘Als een kind hoge cijfers haalt, zouden de ouders kunnen denken: dat zit wel goed,’ zegt zij. ‘Met als gevolg dat in de vakantie weinig wordt geoefend.’
Het is de eerste keer dat de zomerdip in Nederland zo uitgebreid is onderzocht. In samenwerking met de Universiteit van Amsterdam testte Squla 984 kinderen die van groep 4 naar groep 5 zouden gaan op rekenvaardigheid. De leerlingen maakten voor en na de zomer een tempotoets waarbij ze 200 vragen zo snel mogelijk moesten beantwoorden. Wat bleek? Na de zomervakantie hadden ze gemiddeld 7 vragen minder goed dan daarvoor. Het gevolg van de zomerdip is dat kinderen de lesstof na de vakantie niet meer kunnen bijbenen, waardoor ze achterlopen op school.
Kinderen die tijdens de zomervakantie een kwartier per week hadden geoefend met rekenen, deden het beter: zij hadden gemiddeld drie vragen meer goed dan hun leeftijdsgenootjes die dit niet hadden gedaan.
Jongens en meisjes
In het onderzoek is verder gekeken in hoeverre persoonlijke eigenschappen een rol spelen bij de afname in kennis. Tussen jongens en meisjes blijkt geen verschil te zijn. Maar motivatie speelt wel een rol: leerlingen die erg gemotiveerd zijn, hebben opvallend genoeg een grotere terugval in hun rekenkennis.
De conclusies laten volgens Squla zien dat het loont om tijdens de vakantie te blijven oefenen. ‘Een gebrek aan oefening leidt ertoe dat alle kinderen lager scoren op rekenen, ongeacht hun niveau vóór de zomer,’ aldus onderzoeker Broekman.
In Amerika is de zomerdip, of ‘summer learning loss’, een al langer erkend probleem. Een van de eerste studies naar dit onderwerp dateert uit 1973. Onderzoekers concludeerden toen dat leerlingen het na de zomervakantie 13 procent minder goed deden op school. Europese studies laten soortgelijke resultaten zien.
Lezen en spellen
Het zijn vooral de basisvaardigheden die wegzakken, zoals lezen, rekenen en spellen. Dat is volgens Serge Bueters, directeur van Squla, niet zo gek. ‘Een sommetje als 5×7=35 leren kinderen eerst talloze malen uit hun hoofd,’ legt hij uit. ‘Pas veel later kunnen ze beredeneren waaróm je op 35 uitkomt. Dat proces van automatiseren heeft tijd nodig, en kan alleen ontstaan door continue herhaling.’
Basisschooldocenten herkennen het probleem. Zij raden ouders aan om tijdens de vakantie te blijven oefenen met de lesstof. Dat hoeft niet op een schoolse manier, maar kan ook spelenderwijs, zegt lerares Marieke Franken van OBS de Springplank in het Brabantse Fijnaart. ‘Bekijk samen de plattegrond van de camping, lees de vakantiefolder of laat je kind uitrekenen hoeveel geld er nodig is voor de ijsjes. Of speel bingo met de nummerborden van de auto’s die je onderweg tegenkomt.’ Je hebt geen lesboeken nodig om kennis op te doen, wil ze maar zeggen. ‘Van een potje Yahtzee of Memory leer je ook al veel.’
Leren is leuk
Ook Squla-directeur Serge Bueters benadrukt dat leren vooral leuk moet blijven. Op Squla oefen je met de lesstof aan de hand van spelletjes en quizzen. ‘We merken dat stof beter bij leerlingen blijft hangen als het aansluit bij hun belevingswereld,’ zegt hij. Ze kunnen bijvoorbeeld spelenderwijs de taal leren van hun vakantieland of een voetbalquiz tijdens het WK. Bueters: ‘We hopen ouders bewust te maken van het belang van herhaling om leerachterstanden te voorkomen. Al oefen je maar een kwartiertje per week, dan maakt dat al verschil!’