Squla
Voor alle vakken van de basisschool
Kan je kind fietsen zonder zijwieltjes? Dan fietst hij voortaan liever naast je dan dat hij achterop zit. Leuk en gezellig, maar ook gevaarlijk. Het kan namelijk behoorlijk druk zijn op de weg en bovendien houdt niet iedereen zich aan de verkeersregels. Wat het extra gevaarlijk maakt, is dat jonge kinderen verkeerssituaties vaak nog niet kunnen overzien. Daarom vind je het misschien eng om samen met je kind te fietsen. Reden genoeg om hem eerst goed te leren fietsen. Op deze pagina helpt Squla je om je kind op een veilige manier te laten fietsen. Je vindt hier onder meer een stappenplan, leuke fietsoefeningen en tips voor een veilige rit.
Als je kind nog niet kan fietsen, moet je hem dit eerst leren. Dit lijkt misschien niet lastig, maar veel ouders lopen tegen problemen aan als zij hun kind leren fietsen. Geldt dit ook voor jou? Richt je dan eens tot het onderstaande stappenplan. Je kind leren fietsen wordt hiermee een stuk makkelijker.
Een goed begin is het halve werk. Dit spreekwoord gaat ook zeker op voor je kind leren fietsen. Hier kun je namelijk niet vroeg genoeg mee beginnen. De basis kun je namelijk al leggen als je kind kan lopen. Geef hem dan een loopfiets en laat hem hier in huis en in de tuin mee spelen.
Als je kind regelmatig met een loopfiets speelt, leert hij zijn balans te houden. In het begin valt hij waarschijnlijk nog regelmatig om. Doordat hij zijn evenwicht steeds beter kan bewaren, valt hij na enige tijd misschien helemaal niet meer om. Dit helpt hem als hij straks op een echte fiets zit. Doordat hij weet hoe hij zijn balans moet houden, is de kans dat hij omvalt een stuk kleiner.
Fietsen is iets wat het ene kind beter afgaat dan het andere kind. Zo zijn er peuters die al voor hun derde verjaardag kunnen fietsen. Toch duurt het bij de meeste kinderen langer voordat ze het onder de knie hebben. En dat is niet gek, want leren fietsen vraagt veel van je kind. Hij moet zijn balans houden, sturen, trappen en in de gaten houden wat er om hem heen gebeurt.
Wil je kind niet leren fietsen? Dwing hem dan vooral niet. Als je hem forceert om op een fiets te gaan zitten, wordt zijn weerstand tegen fietsen alsmaar groter. Geef hem liever complimentjes met betrekking tot de manier waarop hij zijn loopfiets gebruikt. Vertel hem bovendien dat hij op een echte fiets nog veel harder kan dan met zijn loopfiets. Dit is misschien net het zetje dat je kind nodig heeft om de mentale horde te nemen. Spreek vooral ook je vertrouwen uit in je kind. Dit vergroot de kans dat hij het uiteindelijk toch probeert.
Het is overigens niet verstandig om je kind al zelf te laten fietsen in het verkeer als hij jonger dan vier is. Kinderen zijn tot hun vierde levensjaar namelijk slecht in het herkennen van gevaar. Hierdoor weten ze in sommige situaties niet hoe ze moeten handelen en dat kan grote gevolgen hebben. Wacht daarom tot je kind ongeveer vier is voordat je hem in het verkeer laat fietsen.
Zet jij je kind voor het eerst op een fiets? Verwacht dan niet dat hij direct blijft zitten. De motoriek van een kind is op jonge leeftijd namelijk nog niet zo goed als die van een ouder kind. Hierdoor valt hij in het begin misschien vaak om als je hem op een fiets zet. Je kunt hem een handje helpen door zijwieltjes aan zijn fiets te maken.
Het grote voordeel van zijwieltjes is dat ze voorkomen dat je kind omvalt met zijn fiets. Als je van plan bent om deze wieltjes te gebruiken, is het belangrijk dat je ze op de juiste hoogte monteert. Voorkom dat je ze te laag monteert, want dan raken de zijwieltjes te snel het wegdek. Je kind leert in dat geval niet om zelf zijn balans te houden als hij door de bocht gaat. Kan je kind goed fietsen met zijwieltjes? Laat hem het dan eens zonder proberen.
Als je kind voor het eerst zonder zijwieltjes gaat fietsen, is het belangrijk om hem een handje te helpen. Klem het achterwiel van zijn fiets de eerste paar keer tussen je benen, zodat hij niet omvalt. Laat je kind vervolgens opstappen. Kan hij dit nog niet zelf? Til hem dan op het zadel. Laat de fiets niet direct los, maar geef je kind eerst de kans om de remmen en het stuur uit te proberen.
Zodra je kind goed zit en er klaar voor is, loop je zelf iets naar voren. Duw je kind lichtjes en houd hem vast onder zijn oksels. Laat hem bij voorkeur meetrappen en vraag of hij zelf stuurt. Heb je het idee dat hij controle heeft over de fiets? Laat hem dan niet direct wegfietsen, maar pak hem iets lichter vast.
Houdt je kind zijn balans en trapt en stuurt hij goed? Vraag hem dan om het tempo iets op te voeren. Stop zelf niet ineens met meelopen, maar ren mee met je kind. Je kunt hem dan misschien nog opvangen als hij ineens toch zijn evenwicht verliest of vergeet te sturen. Wanneer je dit een aantal keer oefent, is de kans groot dat je kind na enige tijd zelf kan fietsen.
Kinderen leren sneller als zij iets leuk vinden. Bij leren fietsen is dit niet anders. Zet jij je kind op zijn fiets en vraag je hem om deze in beweging te brengen? Grote kans dat hij het al snel saai vindt. Dit is niet het geval als je een leuk parcours maakt. Je kind ziet leren fietsen dan misschien als een spelletje, waardoor hij het waarschijnlijk langer volhoudt.
Voor wat betreft het maken van een parcours ben je uiteraard helemaal vrij. Zorg er alleen wel voor dat het niet te ingewikkeld is, zeker niet als je kind nog niet zelf kan fietsen. Leg bijvoorbeeld een plank neer waar hij recht overheen moet fietsen en zet een paar pionnen neer voor een slalom. Je kunt eventueel samen met hem een parcours maken, zodat hij zelf ook inbreng heeft.
Ben je van plan om een parcours te maken? Doe dit dan altijd op een veilige plek zoals de achtertuin. Je kind kan hier in alle rust het parcours afleggen zonder dat hij bang hoeft te zijn voor ander verkeer. Als je zelf geen (grote) tuin hebt, kun je een parcours maken op het schoolplein, in de speeltuin of op een rustige parkeerplaats.
Zodra je een fietsparcours hebt uitgezet, kan je kind misschien niet wachten om deze af te leggen. Laat hem niet direct zijn gang gaan, maar loop het parcours eerst samen door. Sta bij ieder onderdeel stil en leg uit wat de bedoeling is. Begrijpt je kind niet precies wat de bedoeling is? Pak dan zelf je fiets en doe het een keer voor.
Kan je kind nog niet heel goed fietsen? Laat hem dan niet direct aan zijn lot over, maar ondersteun hem in het begin terwijl hij het parcours aflegt. Blijf naast hem lopen en vertel wat hij moet doen. Bouw dit langzaam af tot je kind helemaal zelfstandig het parcours aflegt. Als je de mogelijkheid hebt, laat je het parcours een paar dagen staan. Je kind kan dan meermaals oefenen, waardoor hij steeds beter leert fietsen.
Als je kind veel geoefend heeft met fietsen, kan hij het inmiddels misschien zelf. Is hij inmiddels vier à vijf jaar? Dan wordt het tijd voor de volgende stap: fietsen in het verkeer. Laat hem niet alleen fietsen, maar ga mee. Zorg ervoor dat je zelf altijd aan de buitenkant fietst en niet aan de binnenkant, want dat is een stuk veiliger. Stuurt je kind plotseling naar links? Dan knalt hij tegen jou aan en wordt hij niet geschept door een passerende auto. Kies overigens altijd een rustige plek uit of oefen op momenten dat het minder druk is in het verkeer.
Door samen met je kind te fietsen, krijg je een goede indruk van hoe hij zich gedraagt in het verkeer. Geef hem vooral ook aanwijzingen en kijk of je kind ze opvolgt. Houd bovendien in de gaten of hij druk is met fietsen en de rest van het verkeer of vooral oog heeft voor randzaken. Zorg er in ieder geval voor dat je zelf scherp en alert bent. Je kind kan gevaar en snelheid namelijk nog niet goed inschatten. Als je zelf goed oplet, kun je mogelijk ingrijpen voordat het misgaat.
Leren fietsen kan voor kinderen al snel saai worden. Dit is zeker het geval als ze iedere keer hetzelfde moeten doen. Reden genoeg om het leuk te houden voor je kind, want dan leert hij het waarschijnlijk een stuk sneller. Om je een handje te helpen, staan hieronder een aantal leuke fietsoefeningen op een rijtje.
Als je kind zelf op de fiets stapt, is het belangrijk dat hij de verkeersborden kent. Laat hem hier dan ook mee oefenen. Doe dit op een leuke manier, bijvoorbeeld door samen met hem door de buurt te wandelen. Stop bij ieder bord en vraag of hij weet wat het betekent. Kent hij het bord niet? Zeg het antwoord dan niet direct voor, maar geef een omschrijving. Geef het antwoord pas als hij het echt niet weet.
De meeste kinderen zijn creatief en houden van tekenen. Geldt dit ook voor jouw kind? Maak hier dan gebruik van om hem meer te leren over het verkeer. Laat je kind bijvoorbeeld een parcours tekenen met bochten, kruispunten, T-splitsingen en stoppunten. Als hij klaar is, kan hij het parcours afleggen met een speelgoedauto. Doe zelf vooral mee. Dit is een mooie manier om je kind bijvoorbeeld te leren dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Als je kind straks aan het verkeer deelneemt, is het belangrijk dat hij goede controle over zijn fiets heeft. Omdat dit allesbehalve vanzelfsprekend is, is het verstandig om hiermee te oefenen. Vraag je kind tijdens het fietsen bijvoorbeeld om zijn hand uit te steken om richting aan te geven. Laat hem eventueel ook over zijn schouder kijken. Door deze oefeningen leert hij om zijn fiets in verschillende situaties onder controle te houden.
Je kind kan op de fiets verschillende gevaarlijke situaties tegenkomen. Om hem hier zo goed mogelijk op voor te bereiden, spring je samen met hem op de fiets. Maak een rondje door de omgeving en stop bij gevaarlijke situaties om je kind er wat over te vertellen. Hierdoor weet je kind straks waarschijnlijk hoe hij moet handelen als hij alleen op de fiets zit en zo’n situatie tegenkomt.
Als je kind ouder is, laat je hem misschien alleen naar school fietsen. Voordat je dit doet, wil je er zeker van zijn dat hij veilig overkomt. Met de volgende drie tips wordt dit een stukje makkelijker.
Je kind moet niet alleen leren fietsen, maar ook over een goede fiets beschikken. Een fiets mag bijvoorbeeld niet te groot, maar ook niet te klein zijn. Zorg er daarom voor dat je kind de juiste maat fiets heeft. Controleer bovendien of de remmen goed werken, het zadel voor hem op een prettige hoogte staat en of de verlichting het doet. Vraag jezelf bovendien af of je kind een helm nodig heeft. Hij kan hiermee veiliger deelnemen aan het verkeer. Wil je zeker weten dat alles aan zijn fiets in orde is? Dan biedt deze checklist van Squla en ANWB uitkomst.
Heeft je kind zijn fiets goed onder controle? Laat hem dan langzaam maar zeker aan het verkeer deelnemen. In het begin fiets je zelf met hem mee. Niet alleen gezellig, maar ook veilig. Begin altijd met kleine stukjes. Fiets bijvoorbeeld samen met je kind naar de winkel, speeltuin of sportvereniging. Je kind herkent deze routes en jij weet precies waar de kans op gevaarlijke situaties het grootst is. Denk bijvoorbeeld aan die ene rotonde waar fietsers wel voorrang hebben, maar het niet altijd krijgen. Als je samen met je kind fietst, kun je hem hierop voorbereiden.
De eerste paar keer dat je samen met je kind op de openbare weg gaat fietsen, heb je waarschijnlijk de neiging om naast hem te fietsen. Jij fietst in dat geval aan de buitenkant en je kind aan de binnenkant. Begrijpelijk, want je vormt zo een barrière tussen hem en het andere verkeer. Bovendien kun je snel ingrijpen als dat nodig is.
Kan je kind al aardig goed fietsen? Overweeg dan eens om achter hem te fietsen. Je hebt dan een goed overzicht en ziet hoe hij reageert op bepaalde situaties. Geef onderweg aanwijzingen en bespreek de fietstocht bij thuiskomst met hem.
Voordat je kind op de fiets stapt, hoeft hij niet eerst een theorie-examen af te leggen. Toch kan het geen kwaad om het met hem over verkeersregels te hebben. Doe dit bij voorkeur tijdens de fietstocht. Begin eenvoudig en vertel hem bijvoorbeeld eerst dat rechts voorrang heeft, maar dat niet iedereen zich altijd aan deze verkeersregel houdt. Wijs hem er daarom op dat hij altijd alert moet zijn in het verkeer.
Zodra je kind weet wanneer hij een ander voorrang moet verlenen, kun je een stapje verder gaan. Leg hem bijvoorbeeld uit wat haaientanden en een zebrapad zijn en wat je kind moet doen als hij ze op de weg ziet staan. Besteed ook aandacht aan de betekenis van de verlichting van auto’s, zoals knipperlicht, remlicht en achteruitrijlicht. Op de pagina veilig fietsen naar school vind je meer tips voor een veilige rit naar school.
Als je kind de belangrijkste verkeersregels inmiddels kent, ben je er nog niet. Je moet namelijk ook aandacht besteden aan de verkeersborden. Kinderen richten zich – zeker in het begin – nog vooral op het verkeer zelf en letten minder goed op wat er om hen heen gebeurt. Hierdoor zien ze verkeersborden mogelijk over het hoofd. Zie je een verkeersbord? Wijs hem hier dan op en geef aanwijzingen. Je kind kan thuis ook oefenen met het vak Verkeer op Squla om verkeersborden en -regels te leren.
Je kind verkeersregels en -borden uitleggen is één ding, maar je moet zelf ook het goede voorbeeld geven. Houd jij je niet aan de verkeersregels of negeer je een verkeersbord? Grote kans dat je kind dit van je overneemt. Jij bent immers een voorbeeld voor hem. Houd bovendien je telefoon in je zak als je aan het fietsen bent. Je leert je kind hierdoor niet aan dat het normaal is om je telefoon erbij te pakken als je bijvoorbeeld even moet wachten voor een rood stoplicht.
Je kind moet voldoende lichaamsbeweging krijgen. Vandaar dat het belangrijk is om je kind naar school te laten fietsen of lopen. Hierdoor komt hij makkelijker aan de dagelijkse hoeveelheid lichaamsbeweging die nodig is om gezond te blijven.
Vroeger was het vanzelfsprekend dat je als kind leerde fietsen, maar dat lijkt tegenwoordig niet meer het geval. Op sommige scholen zijn er namelijk klassen waarvan de helft niet kan fietsen. Dit is niet alleen in de lagere groepen het geval, want er zijn zelfs kinderen die in groep 7 of 8 niet (goed) kunnen fietsen.
Dat er steeds minder kinderen zijn die kunnen fietsen, blijkt wel uit het aantal kinderen dat deelneemt aan het verkeersexamen. Waar het vroeger min of meer gebruikelijk was om dit examen te organiseren, zijn er tegenwoordig steeds minder scholen die hieraan meedoen.
Een van de belangrijkste redenen dat kinderen niet meer kunnen fietsen, is dat ze vaak met de auto naar school gebracht worden. Dit gebeurt vooral in achterstandswijken. In dit soort wijken wonen veel mensen met een niet-westerse migratieachtergrond en zij kunnen vaak niet fietsen. Vandaar dat ze de ‘fietscultuur’ niet doorgeven aan hun kinderen. In deze wijken heeft een groot deel van de kinderen zelfs niet eens een fiets. Zij kiezen vaak voor de dichtstbijzijnde school, zodat hun kinderen kunnen lopen.
De dalende trend wordt niet alleen veroorzaakt door kinderen die in achterstandswijken wonen. Ook in wijken met een lage(re) sociaal-economische status en zelfs vinexwijken fietsen kinderen steeds minder. Dit geldt ook voor kinderen uit ‘rijkere’ wijken, want zij worden steeds vaker met de auto gebracht. Hierdoor wordt de situatie rondom een school onveiliger. Veel ouders vinden het daarom niet verantwoord om hun kind op de fiets naar school te laten gaan.
Het feit dat er steeds minder kinderen fietsen, is een slechte ontwikkeling. Kinderen zijn namelijk minder zelfstandig mobiel als ze niet kunnen fietsen. Als ouder moet je je kind dan altijd naar vriendjes/vriendinnetjes, de sportvereniging of de bibliotheek brengen. Kan je kind zelf fietsen? Dan kan hij zijn eigen gang gaan.
Kinderen die geen fietservaring hebben, lopen bovendien vaak tegen problemen aan als zij naar de middelbare school gaan. Veel kinderen moeten dan ineens zelfstandig een grote afstand per fiets afleggen en dat is niet makkelijk als je niet gewend bent om te fietsen. Leer je kind daarom al op jonge leeftijd fietsen, zodat dit op latere leeftijd geen problemen oplevert.