Squla
Voor alle vakken van de basisschool
Voor alle vakken van de basisschool
Waar voornaamwoorden vaak naar iets concreets verwijzen, zoals personen, dieren of dingen, gaat dit voor het onbepaald voornaamwoord niet op. Deze woordsoort verwijst juist naar personen of zaken die niet bepaald zijn. ‘Alles’, ‘iedereen’, ‘allemaal’ en ‘iets’ zijn voorbeelden van onbepaalde voornaamwoorden. Omdat het onbepaald voornaamwoord één van de vele voornaamwoorden is waar je kind mee te maken krijgt, kan dit voor verwarring zorgen. Hierdoor ontleedt je kind een zin mogelijk op de verkeerde manier. Wil jij je kind helpen om het onbepaald voornaamwoord onder de knie te krijgen? Op deze pagina lees je er alles over.
Er zijn verschillende woorden die tot de onbepaalde voornaamwoorden gerekend worden. Als je kind een zin op de juiste manier wil ontleden, is het belangrijk dat hij weet welke woorden tot de onbepaalde voornaamwoorden gerekend worden. Laat je kind daarom de volgende onbepaalde voornaamwoorden uit het hoofd leren. Dit helpt hem namelijk bij het ontleden van zinnen.
Je weet inmiddels welke woorden er tot de woordsoort onbepaald voornaamwoord gerekend worden. Laat je kind deze woorden vooral uit zijn hoofd leren, want dit komt van pas bij het ontleden van zinnen. Om het allemaal nog wat duidelijker te maken, volgen hier enkele voorbeeldzinnen waarin een onbepaald voornaamwoord staat.
Sommige onbepaalde voornaamwoorden kunnen zowel met als zonder -n aan het einde geschreven worden. Weet je kind niet precies wanneer een onbepaald voornaamwoord de uitgang -n krijgt en wanneer niet? Dan kan dit resulteren in de verkeerde spelling van het woord. Gelukkig kun je je kind een trucje leren om het woord op de juiste wijze te schrijven. Als een onbepaald voornaamwoord verwijst naar een persoon, volgt er een -n. Verwijst het woord naar een dier of ding? Dan komt er geen -n achter. Kijk maar eens naar de volgende voorbeeldzinnen.
Een onbepaald voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een persoon, dier of ding dat niet bepaald is. Deze woordsoort wordt dus gebruikt om iets aan te duiden wat niet concreet is. In tegenstelling tot andere voornaamwoorden verwijst het niet naar een specifiek persoon, dier of ding.
Je kind herkent een onbepaald voornaamwoord door goed naar de zin te kijken. Wanneer het woord verwijst naar iets waarvan het aantal of de identiteit niet nader gespecificeerd kan worden, gaat het om een onbepaald voornaamwoord.
In de Nederlandse taal komen de volgende onbepaalde voornaamwoorden het meeste voor: ‘alle’, ‘alles’, andere(n), elk(e), ‘ieder’, ‘iedereen’, ‘iemand’, ‘iets’, ‘niemand’, ‘niets’, ‘sommige(n)’ en ‘vele(n)’.
Sommige onbepaalde voornaamwoorden kunnen zowel met als zonder -n aan het einde geschreven worden. Als er met het woord verwezen wordt naar een persoon, komt er een -n achter. Wanneer je kind ermee verwijst naar een dier of ding, volgt er geen -n.
Je kind kan onbepaalde voornaamwoorden op verschillende manieren leren. Allereerst kan hij deze woorden uit zijn hoofd leren, zodat hij ze herkent in een zin. Daarnaast is het mogelijk om online te oefenen met onbepaalde voornaamwoorden, zodat je kind deze woordsoort beter onder de knie krijgt.