Squla
Voor alle vakken van de basisschool
Voor alle vakken van de basisschool
Je kind krijgt tijdens spelling op de basisschool te maken met verschillende soorten woorden. Naast regelwoorden en weetwoorden komen ook luisterwoorden aan bod. Dit zijn woorden die je schrijft zoals je ze uitspreekt. In de hogere groepen van de basisschool worden deze woorden ook wel klankzuivere woorden genoemd. Omdat luisterwoorden in iedere groep van de basisschool aan bod komen, staat deze pagina volledig in het teken van deze woorden. Je krijgt uitleg over luisterwoorden, er volgt een lijst met klankzuivere woorden en je leest wat er per groep behandeld wordt.
Als je kind niet weet hoe hij een luisterwoord moet schrijven, luistert hij naar de uitspraak. Doordat deze woorden klankzuiver zijn, schrijft je kind ze namelijk zoals hij het woord uitspreekt. Toch worden luisterwoorden regelmatig verkeerd geschreven. Het gaat dan al mis bij de uitspraak van het woord. Wanneer je kind een luisterwoord verkeerd uitspreekt, is de kans groot dat hij hem ook verkeerd schrijft.
Helaas is aan de uitspraak van luisterwoorden niet altijd af te leiden wat de juiste schrijfwijze van het woord is. Neem een woord als ‘eerlijk’. Dit woord spreek je uit als /eerluk/, maar toch schrijf je ‘eerlijk’. Door een verkeerde uitspraak wordt dit woord door veel kinderen vaak verkeerd gespeld. Ook het woord ‘school’ wordt door kinderen in de lagere groepen van de basisschool regelmatig verkeerd geschreven. Je schrijft ‘school’, maar spreekt dit woord uit als /sgool/. Als je kind dit woord hoort, schrijft hij het mogelijk als ‘sgool’.
Doordat luisterwoorden klankzuiver zijn, kan je kind aan de uitspraak vaak horen hoe hij zo’n woord schrijft. Als je samen met je kind wilt oefenen met dit soort woorden, is het handig om te weten hoe klankzuivere woorden er precies uitzien. Hieronder vind je een tabel met klankzuivere woorden.
Klank |
Voorbeelden |
a |
bal, bak, bar |
e |
dek, tent, pet |
i |
lip, stip, lik |
o |
pot, bol, knop |
u |
kus, mug, put |
aa |
haar, kaal, maak |
ee |
leef, been, leek |
oo |
toon, loop, droog |
uu |
muur, vuur, stuur |
au |
pauw, blauw, kauw |
ou |
kous, oud, hout |
ei |
teil, klei, trein |
ij |
pijl, lijf, mijn |
eu |
deur, deuk, zeur |
ie |
diep, piek, mier |
ui |
duik, duim, trui |
In de bovenstaande tabel staan alleen woorden die uit één lettergreep bestaan. Als je kind deze woorden uitspreekt, weet hij vaak precies hoe hij ze schrijft. Woorden die uit twee of meer lettergrepen bestaan, kunnen voor problemen zorgen. Dit komt vooral doordat er in het meervoud soms een medeklinker wordt toegevoegd, zodat de klank behouden blijft. ‘Ballen’ is een goed voorbeeld van zo’n woord. Dit woord bestaat uit de lettergrepen ‘bal’ en ‘len’, maar de ‘l’ in het eerste woord is niet goed hoorbaar als je het uitspreekt. Vandaar dat je kind mogelijk ‘balen’ schrijft. Wanneer hij voor deze schrijfwijze kiest, verandert de klank. ‘Balen’ spreek je namelijk uit als /baalen/. De korte klank van de ‘a’ is veranderd in een lange klank, waardoor het woord een andere betekenis krijgt.
Wanneer je kind een luisterwoord uitspreekt, kan hij meestal horen hoe hij het woord schrijft. Er zijn uitzonderingen, want bij sommige woorden schrijf je een andere letter dan je hoort. In de onderstaande tabel staan een aantal voorbeelden. Neem deze tabel met je kind door. Op deze manier is de kans groot dat hij deze woorden voortaan op de juiste manier schrijft.
Luisterwoord |
Voorbeeld |
Schrijfregel |
Woorden met a, aa, e, ee, o, oo, u, uu, i en ie. |
ram – raam, wet – weet, bot – boot, kus – kuur, vis – vies |
Je kind schrijft op wat hij hoort. |
Woorden met oe, eu of ui |
moe, deur en muis |
Je kind schrijft op wat hij hoort. |
Woorden met b, d, p, m en n |
bal, dak, pak, mes, neus |
Je kind schrijft op wat hij hoort. |
Woorden met aar, eer, oor, uur of eur. |
leraar, beer, boor, natuur en deur |
Je kind schrijft op wat hij hoort. |
Woorden met ieuw, eeuw, of uw. |
nieuw, leeuw, ruw |
Je kind hoort /iew/, /eew/ en /uuw/, maar schrijft ieuw, eeuw en uw. |
Woorden met aai, ooi of oei |
haai, zooi, knoei |
Je kind hoort /aaj/, /ooj/ en /oej/, maar schrijft aai, ooi en oei. |
Meerdere medeklinkers aan het begin en/of eind |
wesp, rups, straat en spring |
Je kind moet goed luisteren om de volgorde van de medeklinkers te bepalen. |
Woorden op -lf, -lg, -lk, lm, -lp |
half, volk, wolk, film en tulp |
Je kind hoort /luf/, /lug/, /luk/, /lum/, /lup/, maar schrijft -lf, -lg, -lk, lm, -lp. De tweede tussenklank schrijft je kind niet. |
Woorden op -rf, -rg, -rk, rm, -rp |
durf, dwerg, kurk, arm en dorp |
Je kind hoort /ruf/, /rug/, /ruk/, /rum/, /rup/, maar schrijft -rf, -rg, -rk, rm, -rp. De tweede tussenklank schrijft je kind niet. |
Woorden die beginnen met s of z |
suiker en zon |
Je kind hoort aan het begin van een woord een /s/ of /z/ en schrijft ook een s of z. |
Woorden die beginnen met f of v |
feest en vis |
Je kind hoort aan het begin van een woord een /f/ of /v/ en schrijft ook een f of v. |
Woorden met ng of nk |
bank en tong |
Je kind hoort /ngk/ en /ng/ maar schrijft nk en ng. |
Woorden die beginnen met met sch- of schr- |
school en schrift |
Je kind hoort /sg/ en /sgr/, maar schrijft sch en schr. |
Luisterwoorden zijn een terugkerend onderwerp tijden de lessen spelling op de basisschool. Je kind leert deze woorden kennen als luisterwoorden, maar langzaam maar zeker verandert de naam in klankzuivere woorden. Benieuwd wat je kind op de basisschool allemaal leert over deze woorden? Hieronder staat het per groep uitgesplitst.
Tijdens spelling in groep 3 krijgt je kind voor het eerst te maken met luisterwoorden. Niet gek, want in deze groep gaat je kind echt aan de slag met lezen en schrijven. Je kind leert eerst hoe hij alle letters schrijft en gaat vervolgens aan de slag met woorden. In deze groep blijft het vooral beperkt tot woorden van één lettergreep, zoals ‘maan’, ‘roos’ en ‘vis’. Dit zijn stuk voor stuk luisterwoorden, want je schrijft ze op de manier zoals je ze uitspreekt.
Omdat je kind inmiddels al aardig wat woorden kan schrijven, wordt zijn kennis over luisterwoorden in groep 4 verder uitgebreid. In deze groep leert je kind onder meer dat woorden een korte en lange klank kunnen hebben, zoals in ‘man’ en ‘maan’. Daarnaast wordt er tijdens spelling in groep 4 ook aandacht besteed aan:
Als je kind in groep 5 of 6 zit, weet hij al behoorlijk veel over luisterwoorden. Op veel scholen worden deze woorden niet langer luisterwoorden genoemd, maar klankzuivere woorden. In vergelijking met groep 4 wordt er tijdens spelling in groep 5 en 6 meer aandacht besteed aan regelwoorden en weetwoorden dan aan luisterwoorden. Toch maken deze woorden nog wel onderdeel uit van de lessen spelling. Zo krijgt je kind in groep 5 en 6 te maken met woorden met aai, ooi en oei, woorden met ng of nk en woorden die een s of z bevatten.
Je kind heeft in de voorgaande groepen veel geleerd over en geoefend met luisterwoorden. De kennis die hij over deze woorden heeft opgedaan, komt tijdens spelling in groep 7 en 8 van pas. In deze groepen wordt er minder aandacht besteed aan luisterwoorden dan in de voorgaande groepen, maar je kind krijgt er wel degelijk mee te maken. In groep 7 en 8 zijn luisterwoorden bijvoorbeeld verwerkt in dictees. Je kind moet aan de uitspraak van de leerkacht herkennen hoe hij het woord schrijft.
Als je kind extra wil oefenen met luisterwoorden, kan hij online aan de slag. Op Squla kan hij verschillende quizzen spelen waarin deze woorden centraal staan. Doordat de quizzen interactief zijn, leert je kind spelenderwijs. Hij geeft niet alleen antwoord op vragen, maar schiet het bordje met het juiste antwoord omver met behulp van een katapult en volgt het pad van het monster om tot het juiste antwoord te komen. De vragen worden ondersteund met plaatjes en/of audio en bovendien volgt er na iedere vraag een uitleg of een leuk weetje. Dit maakt het leren van luisterwoorden leuk!
Luisterwoorden zijn woorden die je kind schrijft zoals hij ze uitspreekt, zoals ‘bal’, ‘loop’ en ‘laars’. In de hogere groepen van de basisschool worden luisterwoorden ook wel klankzuivere woorden genoemd.
Luisterwoorden komen in iedere groep aan bod. Je kind krijgt er in groep 3 voor het eerst mee te maken en in groep 4, 5 en 6 wordt zijn kennis hierover verder uitgebreid. In groep 7 en 8 maken luisterwoorden vooral onderdeel uit van de dictees.
Er zijn verschillende soorten luisterwoorden. Zo zijn er luisterwoorden met één lettergreep, maar ook meerlettergrepige luisterwoorden. Daarnaast krijgt je kind te maken met luisterwoorden met zowel een korte als lange klank en luisterwoorden met klinkercombinaties.
Klankzuivere woorden zijn woorden die je kind schrijft zoals hij ze uitspreekt. Een andere benaming voor klankzuivere woorden is luisterwoorden. De benaming klankzuivere woorden wordt op de meeste scholen pas in de hogere groepen gebruikt. In het begin leert je kind deze woorden vaak kennen onder de noemer luisterwoorden.
Luisterwoorden en klankzuivere woorden zijn woorden die je schrijft zoals je ze uitspreekt. In het begin leert je kind deze woorden kennen onder de naam luisterwoorden, maar in de hogere groepen verandert dit langzaam maar zeker in klankzuivere woorden.