G of ch?

Om te bepalen hoe je een woord spelt, spreken veel kinderen het woord hardop uit. Je kind kan op deze manier het juiste antwoord vinden, maar dit werkt niet altijd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij woorden met g of ch. Spreek de woorden liggen en lachen maar eens hardop uit. Je hoort in beide gevallen een /g/, maar toch schrijf je het ene woord met een g en het andere woord met ch. Hoe dit precies zit? Dat lees je op deze pagina. Je leest hoe het zit met gt en cht en je kind kan oefenen met g of ch.

Ezelsbruggetje g of ch

Schrijft je kind woorden met een g met ch of andersom? Dan ben je mogelijk op zoek naar een ezelsbruggetje om te voorkomen dat hij in de toekomst opnieuw de fout in gaat. Helaas is er geen ezelsbruggetje voor g of ch waar je kind op terug kan vallen. Dit komt doordat er geen vaste regels gelden voor het schrijven van woorden met een g of ch. Het gaat hier namelijk om weetwoorden. Wil je dat je kind deze woorden op de juiste manier schrijft? Dan is het een kwestie van oefenen en onthouden.

Als je kind bij het uitspreken een /g/ hoort, schrijft hij vaak een g. Dit is in veel gevallen goed, want de meeste woorden die deze klank hebben krijgen een g. Leer je kind daarom vooral om de woorden met ch te onthouden. Omdat dit er aanzienlijk minder zijn, maak jij het je kind een stuk makkelijker. Is er tijdens het uitspreken een s hoorbaar voor de g-klank? Dan schrijf je altijd sch en niet sg. Voorbeeld: het is ‘schaatsen’ en niet ‘sgaatsen’.

Woorden die eindigen op -cht of -gt

Alsof het nog niet moeilijk genoeg is, zijn er ook nog woorden die je met -cht of -gt schrijft. Net als bij g en ch gaan ook veel kinderen hierbij de fout in. Gelukkig zijn er handigheden om te voorkomen dat je kind een woord met zo’n klank op de verkeerde manier spelt. Als er in een woord een korte klinker (a, e, o, i of u) vooraf gaat aan een gt-klank, dan volgt bijna altijd -cht. Er zijn wel uitzonderingen. Bij persoonsvormen met een dubbele g blijft de g bijvoorbeeld altijd in het woord. Hieronder een aantal voorbeelden om dit te verduidelijken:

Goed

Fout

Knecht

Knegt

Wacht

Wagt

Lucht

Lugt

Dicht

Digt

Legt (uitzondering)

Lecht (uitzondering)

Je kunt je kind nu leren wanneer hij -cht aan het einde van een woord schrijft, maar hoe zit het met gt? Deze combinatie wordt vaak geschreven na een combinatie van twee klinkers, zoals aa, ee, oo en uu. Als je kind na deze lange klinkers een gt-klank hoort, schrijft hij bijna altijd gt. Dit is eveneens het geval na tweeklanken als ei, ij, oe, eu, au, ou en ie. Hieronder opnieuw een tabel met een aantal voorbeelden om dit te verduidelijken.

Goed

Fout

Veegt

Veecht

Vraagt

Vraacht

Vliegt 

Vliecht

Buigt

Buicht 

Dreigt

Dreicht

Oefenen met g of ch

Op Squla kun je oefenen met woorden als ‘ligt’, ‘zegt’, ‘lucht’ en ‘zicht’. Schrijf je een g of ch? Los de rebus op, maak woorden door de luisteren naar de klanken /gt/ of /cht/ of vind het codewoord. In de quizzen ga je op interactieve wijze aan de slag met de woorden met ch of g. Ook wordt er bij iedere vraag uitleg gegeven over de schrijfwijze en betekenis van het woord. Weet jij al wat een gedrocht is?