Squla
Voor alle vakken van de basisschool
De herfstvakantie staat weer voor deur! Bij herfst denk ik altijd aan mooie bladeren en de laatste warme (ok, lauwe) zonnestralen. Maar ook aan wind, regen en kou. Met al dat onvoorspelbare weer is het lastig om uitjes te bedenken, en dat terwijl er genoeg leuke uitjes zijn! Om je een handje te helpen zetten we een aantal tips voor buiten de deur én vanuit huis op een rij.
Regen, grijs weer of gewoon geen zin? Ook thuis kun je je prima vermaken!
Bouwen, dansen…
Open die voordeur!
Naar buiten gaan is altijd een goed plan, ook als de bladeren horizontaal langs je raam vliegen. Want wind, kan juist dikke pret zijn! Of zoals Johan Cruijff zei: “Elk nadeel heb z’n voordeel.”
Uitwaaien maar
Alle kastanjes verzamelen!
Prachtige herfstdag? Hup! Laarzen aan en het bos in. Speur naar paddenstoelen, raap kastanjes en mooie herfstbladeren en maak er thuis een mooi herfstig knutselwerkje van. Wat denk je van spinnen van kastanjes, vissen van bladeren of een herfstkrans van eikeltjes!
Zo zie je maar, het weer hoeft geen invloed te hebben op uitjes in de herfstvakantie. Lekker thuis of eropuit, aan jullie de keuze. Met onze tips heb je altijd door weer en wind een blij kind! (Maar eerlijk is eerlijk, een beetje zonneschijn is altijd fijn).
Tip: Houd Social Deal, Vakantieveilingen en Groupon in de gaten voor goede aanbiedingen. Lid van de ANWB? Ook daar krijg je vaak korting op uitjes.
Op schoot of lekker in het grote bed met mama of papa luisteren naar jouw lievelingsboek, terwijl jij naar de plaatjes keek. Wie herinnert het zich niet?
Maar voorlezen is zoveel meer dan mooie herinneringen! Je stimuleert onder andere de taalontwikkeling van je kind. Welke voordelen heeft voorlezen aan je peuter of kleuter (of oudere kids) nog meer? Wij zetten het voor je op een rijtje.
Voor we beginnen: kies het juiste boek. Want als het daar misgaat, kun je het hele voorlezen vergeten. Een boek dat niet aanspreekt, herkenbaar is of aansluit bij de belevingswereld van je kind, gaat niet werken. En mooie illustraties zijn zeker bij de kleinsten een must!
En hoe pak je dat dan echt aan dat voorlezen? Simpel: zet die kleine (of grote) lekker op schoot en dompel jullie onder in een prachtig verhaal. Weet je niet zo goed met welk boek je moet beginnen? In de boekhandel of bibliotheek kunnen ze je heel goed helpen om een boek te vinden dat bij jouw kind past. Of bekijk hier de Prentenboek TopTien. Ook kan het helpen het eens aan de juf of meester te vragen! Die weten vaak ook welk leesvoer hem aan zou spreken. Maar pas wel op voor de olifant, met die lange snuit, want voor je het weet blaast hij het hele verhaaltje uit. Einde!
Veel ouders staren mij aan als ze horen hoeveel mijn kinderen lezen. Mijn zoon van 10 las vorig jaar (ik maak geen grap) 36 boeken. En de jongste van 7 leest alles wat ze maar lezen kan, van melkkartonnen, appjes (super chill, not) en boeken natuurlijk! Alhoewel “natuurlijk”? Lezen en leesplezier is niet altijd zo vanzelfsprekend bij kinderen. Sommigen vinden dat rechthoekige ding, vol letters maar stom. Gamen is toch veel leuker? Ja, maar lezen ook! Hoe krijg je ze nou lekker aan het lezen? Met deze tips moet het lukken!
Vorig jaar vroeg mijn dochter wat ik van de kerstman wilde krijgen. Bovenaan het lijstje dat ze voor mij had gemaakt, had ze alvast “boeken” geschreven. Het valt haar dus op dat ik heel graag lees, 1-0 voor mama. Het geven van het goede voorbeeld is dus heel belangrijk. Dat kan je doen door te lezen in de aanwezigheid van jouw kind. Maar je kunt ook naast elkaar lezen, ieder zijn eigen boek of samen in hetzelfde boek waarbij je om en om een bladzijde aan elkaar voorleest.
Mijn dochter vindt het ontzettend leuk om mij voor te lezen. Daarna krijgt ze altijd een dikke high five, een knuffel én laat ik haar weten hoe trots ik op haar ben. Het motiveert haar ontzettend om verder te lezen en die glunderende oogjes zijn onbetaalbaar. Trotse aankondigingen zoals: “Ik ben al op bladzijde 100!”, verdienen ook een boks natuurlijk. Of misschien ook wel een extra potje gamen?
Ook voorlezen is een hele goede stimulans om later zelf de neus in de boeken te steken. En met klein beginnen bedoel ik létterlijk klein, want het advies is om al in de babytijd te starten. Het voelt misschien heel raar om je baby voor te lezen, maar door er samen lekker voor te gaan zitten, naar de plaatjes te kijken en jouw stem te horen, wordt zo’n gek vierkant ding razend interessant. Tip: Houd wel rekening met de spanningsboog van je kleintje. Worden die tenen toch interessanter dan Nijntje, dan is het hoog tijd om te stoppen.
Stop ook niet te vroeg met voorlezen! Uit de OnderwijsMonitor van Squla blijkt dat 40% van de kinderen tussen de 6-11 jaar die thuis niet meer worden voorgelezen, het liefst zouden hebben dat het doorging. Schaam je dus niet om ze tot hun 13e of ouder voor te lezen als jij en je kind dat fijn vinden. Daarnaast gaan veel kinderen op de middelbare school minder lezen. Door voor te lezen houd je ze geïnteresseerd. Wist je dat er zelfs docenten Nederlands zijn die nog voorlezen?
Er zijn zo veel soorten boeken, maar het allerbelangrijkste is dat het aansluit bij de interesses van je kind. Heeft hij een dino-obsessie? Zoek daar dan een boek over. Dat kan een verhaal zijn, maar ook een tijdschrift of een boek met weetjes. Liever MineCraft? Of TikTok? Geloof me, ook daar zijn boeken over!
Geen idee waar je het zoeken moet? Laat je inspireren door de leeslijst van de Kinderboekenweek. Of kijk eens naar het boek dat je kind geleend heeft van de schoolbieb. Dat geeft een goed inkijkje in de interesses van je aanstaande boekenwurm en zet je op het juiste spoor. Je kunt hem ook meenemen naar de bibliotheek of boekenwinkel. Van op je gemak samen kaften kijken en wat bladeren in een boek, gaat er een wereld voor je open. Wat ook heel leuk is om te doen, is naar een lezing gaan van een (favoriete) schrijver. Veel boekenwinkels en bibliotheken organiseren dit.
En onderschat de waarde van stripboeken en tijdschriften niet. Het maakt niet uit wát ze lezen, áls ze maar lezen! Er zijn heel veel tijdschriften gericht op kinderen van alle leeftijden. Mijn jongste leest de Donald Duck Junior. Het taalgebruik is op haar niveau en de verhalen zijn een stuk korter. Mijn oudste verslindt LEGO-tijdschriften, hij geniet van de strips en doet een hoop inspiratie op voor zijn favoriete hobby. Win-win!
Sommige kinderen lezen niet graag omdat ze het moeilijk vinden. Soms is het niveau te hoog, maar soms is er ook sprake van leesproblemen. Denk bijvoorbeeld aan dyslexie. Van dansende letters wil echt niemand verder lezen.
Inmiddels worden er steeds meer boeken uitgegeven in een speciale dyslexie uitgave. De woorden zijn in het lettertype ‘Dyslexie’ geschreven en de letters zijn groter. Wat ook kan helpen is een e-reader of lezen vanaf een ander scherm of device. Je kunt daar namelijk het lettertype groter maken en de belichting aanpassen.
Een e-reader kan trouwens ook helpen bij kinderen die al gaan zuchten bij het zien van de dikte van een boek. Op een e-reader zie je dat namelijk niet en het gewicht is een stuk minder. Dus probeer die e-reader, voor je het weet hebben ze die dikke Harry Potter uit.
Hoe ontdek je of een boek bij je past? Volg deze stappen maar…
Dit klinkt misschien gek, maar ook bij zeer enthousiaste lezers kun je tegen problemen aanlopen.
Mijn grootste probleem is als mijn kind een boek uit heeft en we niks kunnen vinden dat hem aanspreekt. Help! Het laatste dat ik wil, is dat lezen op de achtergrond raakt omdat er niks nieuws klaarligt. Mijn hulplijnen zijn Google, leesgroepen op Facebook en andere moeders wiens kinderen hetzelfde genre lezen. Ik ben altijd zo blij als we een boek vinden en het blijkt een reeks te zijn. Dan zijn we weer even onder de pannen.
Als je kind op een heel hoog niveau leest, dan kan het lastig zijn om geschikte boeken te vinden. Lezen over de liefdesperikelen van 16-jarigen terwijl je zelf 10 bent, is niet echt ideaal. Hier maakte ik de fout om mijn griezelfan een boek voor 15-jarigen te overhandigen dat echt veel te eng bleek. Oeps. Ook hiervoor is Google mijn vriend en vraag ik advies in de bieb, boekenwinkel of aan andere moeders.
Ik ben van nieuwe boeken, dus gun ik dat mijn kids ook. Maar toen de oudste zijn leestempo eens even flink omhoog gooide, vond mijn bankrekening dat niet zo leuk meer. ‘Gelukkig’ ontdekte hij mijn e-reader. E-books zijn een stuk goedkoper, maar ook daarvoor is mama geen bodemloze put. Toen ik erachter kwam dat je ook e-books kunt lenen bij de bieb én dat een abonnement voor kinderen t/m 18 jaar gratis is, kon hij naar hartenlust alles lezen.
Het allerbelangrijkste is: maak van lezen geen strijd. Want waar de een niet kan wachten om in de boomhut met al die verdiepingen te duiken, wordt de ander al rebels als hij een boek ziet. En er zijn ook andere mogelijkheden om de wondere wereld van verhalen in te duiken. Luisterboeken stimuleren ook het leesplezier. Storytel of Spotify hebben heel veel keuze en ook de bieb heeft ze! Heb je ze stiekem toch aan het lezen…
De Onderwijsmonitor is uit! Over wat lezen voor kinderen leuk maakt en met handige tips voor ouders.
Hello! Bonjour! Hola! Niets is leuker dan nieuwe ‘internationale’ vriendjes maken en hun taal spreken. Met wat handen- en voetenwerk kom je er ook wel, maar het kennen van een paar extra woordjes maakt het des te leuker! Dus, niet meer in gebarentaal je naam uitbeelden of vragen naar het zwembad. Moeilijk? Wel nee! Vamos, and leer een nieuwe taal!
Hoe heb jij de Engelse taal geleerd, afgezien van woorden stampen op de middelbare school? Juist ja, je keek veel Engelstalige series of films met ondertiteling. Baywatch, McGyver of The A-Team of ER (bouwjaar ’82 hier) hadden mij zo aan de praat! Zo werkt het met mijn kids nu ook. Ze komen zoveel met de Engelse taal in aanraking dat het vrij rap gaat. Vooral vanaf het moment dat ze redelijk kunnen lezen. Bij de jongste ging de ondertiteling in het begin nog te snel, dus soms zetten we een lange zin even op pauze. Harry Potter wordt dan wel een lange zit, maar met genoeg popcorn overleeft iedereen dat wel.
Heeft je kind die ene aflevering van Peppa al een miljoen keer gezien? Zet hem dan eens in een andere taal. Eerst ondertiteld (als dat kan) en later zonder. Hij kent het verhaal al en kan het inmiddels meepraten (en jij helaas ook), maar die kennis helpt om het in een andere taal te begrijpen. En wie weet praat hij na een tijdje die aflevering ook mee (en ja, jij ook.) Yo soy Peppa Pig!
Het is een bekend geintje: de tablet, mobiel of laptop in een andere taal zetten. Het liefst een hele moeilijke zoals in het Japans. Zie dat maar eens terug te zetten. Maar het is nog niet zo’n gek idee. Van het omzetten naar een andere taal leer je ook veel nieuwe woorden. Maar niet in een te moeilijke taal natuurlijk, want dat is helemaal not funny!
Hier luisteren ze heel veel muziek, in het begin Nederlandstalig, maar al vrij snel ook in het Engels of Spaans of Frans… Ze wilden op een gegeven moment graag weten waar dat liedje nou over ging. Als je zelf niet zo’n kei bent in die taal (we spreken niet allemaal Koreaans) kan dat lastig zijn, maar met een beetje googelen tover je zo vertalingen van songteksten tevoorschijn. Soms is een liedje wel heel cryptisch, dus ook voor degene met een talenknobbel: Google is je vriend.
YouTube bevat zoveel meer dan de hilarische (vind ik dan) Dylan Haegens of gamevideo’s (niet hilarisch). Er is een schat aan taal te vinden. Googel “youtube kind Spaans leren” en er gaat een wereld voor je open. Je kiddo “habla Español” nog voordat hij zijn veters kan strikken.
Met deze vier tips is het leren van een nieuwe taal easy peasy! Ook Squla biedt de mogelijkheid om spelenderwijs van steenkolen Engels, ‘superb’ Engels te maken. Dat kan al vanaf groep 1. Nog even wachten en dan lach je weer om de grapjes van Murdock (daar is dat bouwjaar weer), maar dan wel gezellig met z’n tweeën.
De wereld rond zonder Nederland te verlaten, of in een oogwenk van België naar Duitsland en terug naar Nederland hoppen? Of een dagje op safari en ‘s avonds weer in je eigen bedje kruipen? Dat kan allemaal! We hebben de coolste ‘internationale’ zomeruitjes in Nederland voor je op een rijtje gezet. Pak je rugtas, we gaan op avontuur!
Heb je ooit met één been in Duitsland en het andere in België gestaan? Dat kan! Op het hoogste punt van Nederland, vlakbij het gezellige Vaals, vind je het Drielandenpunt. Daar komen Nederland, België en Duitsland samen. Je pakt gewoon drie landen in een klap!
Genoeg gereisd? Laat je kiddo dan los in het grootste en spannendste labyrint van Nederland, waar hij of zij spuitende watermuren en andere spannende dingen moet trotseren. Nog niet doorweekt genoeg? Ga dan naar het waterspeelplein met tientallen fonteinen. Leuk om te zien, maar nog veel leuker om doorheen te lopen!
Liever speuren? Hang de Sherlock uit op één van de twee speurtochten en plof daarna neer voor iets lekkers in Taverne de Grenssteen.
Alle avonturiers verzamelen! In Wildlands in Emmen maakt jouw kleine ontdekkingsreiziger een wereldreis in één dag. Zelfs Freek Vonk zou zeggen: HOLY MOLY!
Ontdek per boot of te voet de jungle, spot neushoorns en giraffen van heel dichtbij tijdens een truck safari en ga op poolexpeditie en sta oog in oog met ijsberen en pinguïns.
Maak het vooraf lekker spannend door samen de plattegrond te bestuderen. Want echte wereldreizigers weten ook waar het oppassen geblazen is. Waar zit die kudde olifanten, die groep bavianen, troep leeuwen of die harige vogelspin? Zo weet je zeker dat iedereen weer heelhuids thuiskomt.
Nog niet genoeg bewogen? (Maar echt, hoe dan?!) Dan kan je slingeraap los in Animazia, waar hij naar hartenlust kan klauteren (of graven of glijden) en een piratenschip of Maya-tempel kan ontdekken. En hoera, zien we daar horeca (cafeïne!) aan de horizon?
“Eventjes” naar China? Dat kan in Chinatown Den Haag! Zodra je onder de prachtige Chinese toegangspoort gaat, waan je je in een andere wereld. Eet er een hapje bij een van de vele Chinese restaurants of knusse eethuisjes en verken een toko. Dat laatste klinkt misschien een beetje saai voor een kind, maar bij ons thuis is de toko een regelrechte hit. Een woord (oké 2): koekjes en snoepjes. Mijn kids mogen een aantal dingen kiezen die ze lekker lijken. En dat is altijd heel spannend want: wat is het?! Eenmaal thuis is het dolle pret! Want die chips blijken ineens van zeewier en die koekjes zijn goddelijk! (Maar we hebben ook al de “direct boven de prullenbak hang”-versies gehad.)
Tip: film elkaar als je iets voor het eerst proeft, gegarandeerde pret achteraf.
Al met al is Chinatown is een bijzondere ervaring, onder alle straatnaamborden staat de Chinese vertaling en op een aantal stoepranden ‘lees’ je Chinese gezegden. Hoewel het midden in het Haagse centrum ligt, voelt het alsof je even helemaal ergens anders bent.
Het Tropenmuseum Junior is het kindermuseum van het Tropenmuseum in Amsterdam én het oudste kindermuseum van Nederland. Met wisselende interactieve kindertentoonstellingen dompelen ze kinderen helemaal onder in nieuwe werelden. Deze zomervakantie kan je kleine reiziger op ontdekkingstocht door Suriname op de expositie ‘Sabi Suriname’. Op verdieping -7 (oe spannend!) komt hij alles te weten over dit bijzondere land. Van de geschiedenis tot de Surinaamse keuken waar hij in de toko boodschappen doet voor een heerlijk Surinaams gerecht. Allemaal aan tafel!
Meer over bloemen en bijtjes weten? Dat kan op de Floriade! Dit jaar staat de wereldtuinbouwtentoonstelling in Almere. Landen van over de hele wereld showen er hun ideeën voor een groene(re) wereld. Übersaai voor kinderen? Echt niet! Het is de meest toffe wereldreis in een dag! Er is een voedselbos en vijf bijzondere speelplekken, ze kunnen speuren naar sporen van de wilde bevers (de échte bewoners van het park). Ondertussen redden ze nog even de wereld in het Bostheater en voor de durfals is er een 850 meter lange kabelbaan op 35 meter hoogte en het Oerbos met een monster erin! Er is bijna teveel om op te noemen, dus hup! Gaan met die biologisch geteelde banaan!
Kinderen zijn altijd heel nieuwsgierig en ontdekken graag de wereld om zich heen. Zeker het leren kennen van nieuwe culturen vergroot hun blik op hun eigen leven en de wereld. En met deze culturele zomeruitjes is het ook nog eens dikke pret geblazen! Welk kind kan nou vertellen dat hij in de zomervakantie een wereldreis gemaakt heeft op een dag?! Vertel dát maar eens in het kringgesprek!
Terwijl het ene kind Spiderman wil worden en de zwaartekracht tart door tegen muren aan “te
klimmen”, zit de andere ernaast te mokken. Hij zal nooit een superheld worden, want hij kan toch niet klimmen. Dus waarom proberen? Liever geen superheld dan een waardeloze.
Hoe komt het toch dat het ene kind er heilig van overtuigd is dat hij ooit spinnenwebben zal schieten en de andere ze direct aan de wilgen hangt? Het zit hem in de mindset; de ene heeft een growth mindset, de andere een fixed. Hoe dat nou precies zit, zochten wij voor je uit!
Iedereen wordt met een growth mindset geboren. Kinderen zien overal kansen en mogelijkheden. LEGO Master worden? Eitje! Dansen als Beyoncé? Makkie! Ze pakken elke missie met twee handen aan en stappen makkelijk uit hun comfortzone als dat nodig is. Pippi Langkous is misschien wel het mooiste voorbeeld van een growth mindset, haar motto? “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”
Maar dan ineens struikelen ze over hun voeten of blijken ze nog niet eens drie blokjes op elkaar te krijgen. Ai! Door vervelende ervaringen of kritiek, kan die growth mindset ineens omslaan naar een fixed mindset. Dan vliegen de blokjes door de kamer. Hij kan het gewoon niet en zal het ook nooit kunnen. Althans dat denkt hij, want zijn vriendje Nout kan wel heel goed bouwen. “Die kan dat gewoon.” Dat Nout daar úren op geoefend heeft staat jouw kind niet bij stil. Zoiets leren is voor hem al helemaal geen optie, want hij kan het toch niet.
Kids (en volwassenen) met een fixed mindset geloven dat je dingen alleen kunt als je er talent voor hebt. Oefenen heeft geen zin en (help!) je kan dan ook nog eens fouten maken! Dan kom je pas écht dom over. Dus laat maar zitten.
Nou, hebben we allemaal een combinatie van deze mindsets in ons, maar een van de twee speelt graag de baas. Dat hoeft niet op alle gebieden te zijn, als je goed bent in gitaarspelen wil je daar graag in groeien. Maar sla je steeds de verkeerde toon, dan peins je er niet over om op les te gaan. Zelfs als je het stiekem wel zou willen. Bij een aantal kinderen zwaait de fixed mindset wel heel erg de scepter. Het kan pijnlijk zijn om te zien hoe hij in zijn schulp kruipt en ervan overtuigd is dat hij niks kan. Maar zelfs een fixed mindset kan je ‘ontfixen’. De truc zit hem in het groeigerichte complimenten.
Het geven van groeigerichte complimenten, vergt een beetje omdenken. Om je op weg te helpen hebben we wat voorbeelden op een rijtje gezet:
En laat zien (horen) dat ook jij foutjes maakt. Dus geef jezelf hardop complimentjes! Is je taart
mislukt? “Wat jammer! Volgende keer beter!”. Werd je hardlooprondje meer een sjokrondje? “Ik
heb er wel hard voor gewerkt!” Is ook weleens leuk als iemand het zegt (ook al ben je het zelf).
Een andere tip zijn groeikaarten, hierop staan allerlei prikkelende vragen die je kind helpen om te kijken naar zijn groeiproces in plaats van naar zijn resultaten. Er staan vragen op zoals “Wat lukte doordat je goed had geoefend?” of “Hoe help jij andere kinderen?”
Laten we één ding voorop zetten: je hoeft niet óveral een growth mindset te hebben. Soms ligt een interesse gewoon ergens anders. LEGO blijkt ronduit stom te zijn (dit is een legitieme reden om je kind op Markplaats te zetten) en de wereld vergaat niet als je niet als Beyoncé kan dansen. Dan gaat je kiddo gewoon lekker ergens anders in groeien… en bloeien!
‘Ja maar mama. De hele klas heeft al een telefoon.’ Herkenbaar? Nu valt het in de klas (groep 6) van mijn zoon nog erg mee, en ik heb hem nog niet echt gehoord over een eigen telefoon. Maar sommigen hebben er dus al een. Daar verbaas ik mij over. Loop ik dan een beetje achter?
Maar wanneer krijgen kinderen dan gemiddeld een telefoon? En waarom? En kan jouw kind die verantwoordelijkheid wel aan? Dit en meer zochten wij voor je op.
Ik had pas een mobiele telefoon toen ik 18 jaar was. Zo’n koelkast. Maar ja, eh, als je uit de 20e eeuw stamt (aiii) is die leeftijd niet zo gek.
Uit onderzoek blijkt dat rond groep 6 de ‘mobiliteit’ toeneemt. De meeste kinderen gaan dan aan de smartphone. Ik benadruk het woord ‘smartphone’ omdat er dus ook nog (ja, echt!) telefoons bestaan waar je alleen maar mee kunt bellen en sms’en: de gsm. Good old Nokia maakt ze nog.
Meestal vindt de overhandiging van die felbegeerde smartphone rond de 9 à 10 jaar plaats. Vaak zijn ze dan verstandig genoeg om er verantwoordelijk mee om te gaan. Maar elk kind is anders. Als jouw kind er nog niet aan toe is, dan moet het nog even wachten op dat fancy dingetje.
Maar waarom zou je hem zo’n hebbeding overhandigen? Daar kunnen een aantal redenen voor zijn:
Ja het v-woord is al een paar keer gevallen: verantwoordelijkheid. Maar wat houdt dat nou precies in?
Net zoals kinderen begeleiding nodig hebben in de echte wereld, hebben ze die ook nodig in de digitale. En ook met de omgang van het toestel. Je kan kiezen om ze vrij te laten en te kijken wat er gebeurt, om vervolgens bij te sturen. Maar het risico bestaat dat je kind dan allang ‘poes’ heeft ingetikt op Google. Je kan er ook voor kiezen om het gesprek aan te gaan over wat een goede manier is om hiermee om te gaan. Dan kweek je bij hem ook begrip.
En blijf met elkaar in gesprek, wat doet hij op zijn telefoon? Met wie appt hij het liefst en wat zijn favoriete spelletjes? Het is een open gesprek maar het voorziet je wel van de nodige informatie.
Afspraken maken is hierbij heel belangrijk. Het geeft richtlijnen waar jullie op terug kunnen vallen en schept duidelijkheid. Denk aan zaken zoals schermtijd. Er zijn verschillende schermtijd apps die kunnen helpen om de tijd binnen de perken te houden.
Kapot
Ook de omgang met het toestel is belangrijk. Hier thuis hebben we de regel dat een telefoon na gebruik in de kast moeten worden gelegd. Er is namelijk een keer een zekere 7-jarige op gaan zitten omdat het onder een kussen op de bank lag. Dat is een prijzig grapje. Maak dus ook daar afspraken over.
En wie betaalt dan een reparatie? Uiteindelijk hebben wij die betaalt (heitje voor een karweitje dekt die kosten echt niet), maar ze heeft wel een flinke preek gekregen. Bij een 9-10 jarige zou je de kosten kunnen delen maar tot een redelijk bedrag uiteraard. Het spaarvarken hoeft nou ook weer niet het raam uit.
Tip: Check altijd je verzekering. Ik (ja, mama laat ook nog weleens wat vallen) deed een keer een ‘iDropped’. En gelukkig konden we een gedeelte van de reparatiekosten terug krijgen. Let wel op je eigen risico.
Abonnementskosten
Onder de middelbareschoolleeftijd zou ik het abonnement nog betalen. Maar vanaf de eerste klas kun je hier andere afspraken over maken. Denk dan ook aan buitenbundelkosten! Leuk dat Sophie in Italië zit, maar na 3 uur bellen is het voor de komende 4 maanden ‘finito’ met dat zakgeld.
Er zijn genoeg goedkope opties qua abonnementen. Een sim-only is qua bundels echt de moeite waard. Prepaid is natuurlijk ook een optie. Op=op namelijk. (HA! En toen viel Sophie zomaar weg…)
Toestel
En voor welk toestel ga je? Wij hebben onze ‘oudjes’ doorgegeven maar je kunt natuurlijk een spiksplinternieuwe kopen?
Slaap, kindje, slaap
Nog iets om goed helder te maken, is tot hoe laat hij op zijn telefoon mag en of het mee naar bed mag. Sowieso is het een goed idee om twee uur voor het slapen gaan niet meer op een ‘schermpje’ te kijken. Want het blauwe licht (blue light) dat van het scherm afkomt, verstoort de aanmaak van melatonine waardoor dromenland ineens een stuk lastiger te bereiken is.
Wij hebben de afspraak dat er geen mobieltjes mee naar bed gaan. Ze blijven beneden. Ik moet er niet aan denken dat meneer tot half elf ‘s avonds Dylan Haegens kijkt.
Het gaat toch niet
Maar wat als nou ineens blijkt dat hij de verantwoordelijkheid niet aankan? Ga dan sowieso nog een keer het (open) gesprek aan. Waar gaat het mis? Wat kan er beter? Hoe staat hij erin? En vooral, bedenk samen wat jullie eraan kunnen doen zodat het wel kan!
Een hele rigoureuze maatregel kan zijn om de telefoon voorlopig alleen thuis te gebruiken, onder jullie toezicht. Maar eh, bereid je dan voor op een hoop schuimbekken.
Telefoon overhandigd? Afspraken gemaakt? Glunderend kind? Dan komt misschien wel de grootste uitdaging van allemaal: geef het goede voorbeeld. Ook jij moet je telefoon in de kast leggen op de afgesproken momenten.
Vergeet niet dat je kind in het begin nog flink wat hulp nodig zal hebben om zich aan te afspraken te houden. En wie weet – eh – jij ook wel (ik weet het wel zeker!).
Dagelijks woedt hij hier, de strijd die ‘schermtijd’ heet. Ja, gamen en YouTube is leuk. Maar niet de hele dag. Wij zetten de juiste munitie voor je op een rijtje: de beste schermtijd apps om de strijdbijl te begraven.
Met name mijn zoon van 9 jaar is de grootste verslaafde. Hij gaat zijn gangetje op onze ‘oude’ smartphone en tablet. Uit nieuwsgierigheid checkte ik een keer zijn schermtijd. Ik schrok me wild. Fluistert: 3 uur per dag. Dat kon echt niet. Loedermoeder die ik was! Dit vroeg om keiharde interventie.
Met digitale support van apps en duidelijke afspraken, was het (min of meer) zo afgelopen met dat, ‘ah toe, nog heel even mama.’ Onze interventie bestaat uit duidelijke regels en tijdslimieten. Meneer mag nog maar 1 uur per dag gamen, verdeeld in blokjes van 15 minuten. Dat leverde in het begin nogal wat schuimbekken op. Maar nu weet hij niet anders.
‘Ja, maar de hele klas heeft er een!’ Leuk voor die anderen. Maar als ouder kun je van dit soort uitspraken toch gaan twijfelen. Want, wanneer mag jouw kind eigenlijk aan de smartphone? Uit onderzoek van Telecompaper blijkt dat 14-jarigen bijna allemaal hun eigen toestel hebben. Vanaf tien jaar heeft de meerderheid een mobiel. Vaak is dat een ‘tweedehandsje’ van papa of mama. Dat hoeft trouwens niet altijd een smartphone te zijn. Er zijn ook speciaal voor kinderen ontworpen toestellen. Kijk vooral naar jouw kind. Kan hij de verantwoording aan? Dat je kind een eigen telefoon heeft, wil nog niet zeggen dat hij er de baas over is. Mijn grootste angst is dat het een keer uit een broekzak valt. Dat zijn prijzige ongelukjes (en wie moet dat dan weer betalen? Juist).
We kennen ze inmiddels wel maar toch nog even snel de negatieve effecten van al dat ‘schermen’. Kinderen moeten steeds vaker aan de bril, ontwikkelen rug- en nekklachten of gaan motorisch achteruit. Het kan een negatief effect hebben op bijvoorbeeld het gebied van taalontwikkeling en kids kunnen zelfs depressief worden. Holy moly!
Je kunt ook heel oldskool, zonder digitale middelen, het gesprek aangaan. Maak samen met je kind afspraken over de schermtijd. Maak ze visueel, schrijf ze samen op en plak dat in het zicht. Een mooie afspraak is bijvoorbeeld dat je met een wekker werkt.
Tip: Kondig 5 minuten van tevoren aan dat de tijd er bijna op zit. Dat komt dan wat minder rauw op zijn dak vallen.
Ik speelde vroeger heel graag Super Mario en smeet de deuren uit hun scharnieren als midden in een gevecht tegen Bowser de stekker eruit werd getrokken. Dat is niet tof. Dus check even waar je kind in een game. Een level afmaken en saven is toch wel fijn. En misschien kun je wel ‘joinen’ en het samen afmaken. Ook gezellig!
Tip: Hetzelfde doe ik voor YouTube. Iets afkijken wat nog 5 minuten duurt is prima.
Er valt ook genoeg educatiefs te doen op al die schermen. Er zijn zat apps met een educatieve waarde (psst: Squla!). En op YouTube is een schat aan leuke video’s te vinden zoals bijvoorbeeld het Klokhuis, Jeugdjournaal of Freek in het wild.
Want dat is ook leuk! Ook al gelooft je schermvreter dat niet altijd. Speel een keer een andere ‘game’. Hier is Twister altijd een grote hit (iets met mama die een stijve hark is) of speel een potje Monopoly. Of kick echt af en ga het huis uit, zonder telefoon. En eh, check je eigen schermtijd ook eens. Wedden dat het dan zo game over is?
En ineens waren de scholen dicht. Niet dat ik het niet zag aankomen, maar het was toch wel even slikken. En toen mijn oudste van 9 er flink verdrietig van werd, brak mijn hart ook. Want hij ging zijn vriendjes zo missen en hij vond school zo leuk. Maar tijdens mijn emo-momentje sloeg er ook nog even een ander bommetje in: oh-oh, moesten we nu schooltje spelen voor het echie?
Al snel werd er verwoed geappt in de mamagroepen, want hoe gingen zij dat doen?
De wildste indianenverhalen vlogen mij om de oren. Maar waar de ene heel strikt het schoolschema aan hield, met (I kid you not) fruit- en broodtrommels. Waren er ook een aantal relaxte ouders, die pas aan het huiswerk begonnen als hun brein weer wist wat voor en achter was. Gelukkig maar, want ik begon mij serieus een slechte moeder te voelen, omdat ik pas om 10 uur ‘s morgens eens aan het thuisjuffen sloeg.
Iedereen pakt het dus anders aan en dat is ok. Maar dat wil niet zeggen dat een beetje hulp en tips van anderen niet welkom zijn. Daarom vroegen wij jullie de afgelopen weken op onze socials naar tips over thuisscholen. De fijnste zetten wij voor jullie op een rijtje.
Supermama kan dit, dacht ik de eerste dagen. Maar er konden geen superkrachten op tegen het verzet van mijn oudste. En ik was inmiddels een soort juf Bulstronk. Na 4 dagen belde ik de juf wanhopig op. Zij stelde mij een simpele vraag: “Heb je hém al gevraagd wat hij wil?” Whoops. Nee dus.
Na een 10-minutengesprekje met mijn negenjarige, was ik er zo achter: hij wilde op onze slaapkamer werken. Weg van papa die veelt belt en “teamt”, en heel ver weg van de marktkraamstem van zijn zusje. Het gaat nu supergoed. Dus mijn tip is: luister ook goed naar zijn wensen.
Ook dingen als verplichte pauzes of bewegen tussendoor, heb ik losgelaten. Zoals wij het nu doen werkt. En dat wil ik graag zo houden.
Het is geen wedstrijdje wie-geeft-het-beste-les. Iedereen pakt het anders aan en we doen het allemaal goed. Dus hierbij zijn jullie allemaal geslaagd voor je “Thuisjufdiploma”. Wees trots!
Schrijven is zo leuk! Je kan je eigen verhalen vertellen, een brief schrijven aan je opa of stiekeme liefdesbriefjes geven aan Eva waar je zo hotel-de-botel op bent. Maar eh. Wat als schrijven niet zo makkelijk gaat? Dan kan het nogal eens uitmonden in propjes papier die woedend door de kamer vliegen. In dit blog geef ik je een paar tips om met je kind aan de slag te gaan, zodat gefrustreerde propjes verleden tijd zijn.
Met deze tips vind je binnenkort misschien zomaar liefdesbriefjes van jouw kind tussen je boterhammen of scoort hij een 10 op zijn moeilijkste vak met een zelfgeschreven… spiekbriefje! En hartje – Eva – hartje? Die zit hand in hand met hem op de bank. Zo zie je maar weer waar schrijven goed voor is 😉