Bij het horen van het woord ‘bloem’ zien de meeste kinderen de letters van dit woord in hun hoofd, maar voor een kleinere groep kinderen werkt dit anders. Deze groep noemt men beelddenkers; bij het denken aan het woord ‘bloem’ zien deze kinderen geen letters, maar een beeld van een bloem. Vaak zelfs in specifieke kleuren, vormen en met een achtergrond erbij.
Hoe zou je je eigen beelddenker kunnen ondersteunen? Lees verder voor uitleg en handige tips.
Alle baby’s zijn beelddenkers
Iedereen wordt geboren als beelddenker, maar zodra we naar school gaan worden we allemaal langzaam getraind in het ‘taaldenken’. De meeste kinderen integreren op de basisschool het ‘taaldenken’ volledig, maar bij een kleinere groep blijft alles om beelden draaien. Deze groep kinderen loopt regelmatig vast bij het maken van opdrachten in de klas en bij het volgen van instructies van hun leerkracht. Stel je maar eens voor dat een leraar aan jouw beelddenker in 1 zin vraagt om hun jas op te hangen, hun drinkbeker in hun tas te stoppen en daarna het werkboek van spelling te pakken voor het maken van opgave 7. De beelddenker moet eerst een plaatje maken van zijn jas op de kapstok, dan visualiseert hij dat hij zijn drinkbeker in zijn tas stopt en daarna….uuhhh, wat zei de meester ook alweer?
Prototype beelddenker: de creatieve chaoot
Beelddenkers lijken voor de buitenwereld vaak chaotisch, maar wat dan wordt vergeten is dat deze kinderen juist een extra stap moeten zetten in hun denkproces. Ze moeten namelijk de beelden waar ze in denken bij het horen van woorden nog omzetten in letters. Een dictee kan daarom bijvoorbeeld een behoorlijke uitdaging zijn voor een beelddenker. Daarnaast hebben veel beelddenkers de eigenschap snel af te dwalen. Doordat ze in beelden denken en vaak ook nog eens een grote fantasie hebben, kan bijvoorbeeld een eerste zin van een dictee in hun hoofd razendsnel om worden gebouwd tot een compleet fantasieverhaal met allerlei spannende en mooie beelden. Na het dictee gaat de schoolbel en wordt je als ouder binnengeroepen door de meester; hij vraagt zich ernstig af wat er toch met je kind aan de hand is. ‘Hij let nooit op tijdens het dictee en maakt zijn werk niet netjes…….Hij moet echt beter zijn best gaan doen’.
Loopt er bij jou thuis ook een beelddenker rond?
Als niet wordt ontdekt dat er bij jou thuis ook een beelddenker rondloopt, dan kan dit heel vervelend zijn voor je kind. Je kind wordt op school regelmatig vermanend toegesproken door de leerkracht. ‘Waarom let je niet op, waarom maak je je werk niet netjes’. Je kind begrijpt op zijn beurt weer niet waarom hij zoveel gemopper krijgt; ‘Ik doe toch mijn best’.
In veel gevallen duurt het een hele tijd voor je als ouder (of als leerkracht) erachter komt dat je kind een beelddenker is. In de meeste gevallen kan een kind ook niet in woorden uitleggen waarom iets langer duurt of waarom hij afgeleid is. Wat het nog eens extra lastig maakt, is dat beelddenkers zichzelf überhaupt lastiger kunnen uitten in woorden, omdat ze juist in beelden denken. Veel volwassenen komen er daarom dan ook helaas pas op latere leeftijd, tot hun grote verbazing, achter dat ze beelddenker zijn en dus wezenlijk anders informatie verwerken dan andere mensen. ‘Ik dacht dat iedereen zo dacht als ik’. 😉
Tips voor thuis:
- Je beelddenker vindt het vaak lastig om meerdere opdrachten achter elkaar uit te voeren. Het lijkt dan soms net alsof hij expres niet naar je luistert. Dit kan leiden tot frustratie bij jou als ouder. Toch is het vaak zo dat het je kind (nog) gewoon niet lukt om alles achter elkaar uit te voeren, omdat hij de woorden niet zo snel om kan zetten in bijpassende beelden en er dus ook geen acties uit voort komen. Het helpt in dit soort situaties om je vraag op te delen en/of een paar keer rustig te herhalen. Dit kan niet altijd en natuurlijk verlies je wel eens je geduld als het voor de zoveelste keer voorvalt, maar probeer zo nu en dan eens in alle rust je vraag te herhalen, je zult zien dat het werkt!
- Je kind denkt in beelden, dus is het niet meer dan logisch om bij sommige alledaagse activiteiten (die nog wel eens vergeten worden) zoals bijv. het doortrekken van de wc een illustratie/beeld op te hangen. Het werkt bij beelddenkers niet om na te roepen dat ze het toilet niet moeten vergeten door te trekken. Een plaatje geeft een hogere kans op scoren!
- Je ziet aan je kind dat hij slecht in zijn vel zit, maar je weet inmiddels dat het, na vaak proberen, geen zin heeft om in een gesprek te achterhalen wat er aan de hand is. Probeer je beelddenker eens wat vaker over te halen om een tekening te maken van zichzelf of van een situatie. Daarnaast zou je ook een aantal emoticons op kunnen hangen op een centrale plek, zodat je beelddenker voorafgaand aan jullie gesprek alvast kan aanwijzen welke emoticon het beste zijn gemoedstoestand weergeeft. Je weet dan in ieder geval waar je op kunt rekenen en hoe je het gesprek of het maken van de tekening het beste in kunt steken.
Wist je trouwens dat de kenmerken van beelddenken en dyslexie gedeeltelijk hetzelfde zijn? Het verschil tussen beide is dat beelddenkers met visuele ondersteuning vrij snel geholpen kunnen worden en mensen met dyslexie echt behandeld moeten worden om te verbeteren.
Voor alle beelddenkers onder ons: wees trots op deze prachtige eigenschap. Beelddenken lijkt soms een last, omdat onze maatschappij en het onderwijs er (nog) niet op zijn ingericht, maar het is juist een rijkdom!