Squla
Voor alle vakken van de basisschool
Groep 5 zit boordevol kennis. Alles wat er in groep 4 al geleerd is, wordt in groep 5 in een moeilijkere variant aangeboden. De zinnen worden langer, de rekenkundige vraagstukken moeilijker. En er wordt een begin gemaakt met topografie. Benieuwd wat er allemaal gebeurt in groep 5? We geven ook enkele tips.
De stof die in groep 4 al geïntroduceerd is, wordt in groep 5 een verder uitgebouwd. Optellen en aftrekken lukt al met hoge getallen en keersommen hebben kinderen in groep 4 ook al gezien. Groep 5 is echter het jaar van tafels herhalen en nogmaals goed in je hoofd stampen, wat heel belangrijk is voor het begrijpen en toepassen van de rekenstof in de bovenbouw. En daarna wordt het delen aan de kennis toegevoegd. Ook krijgen kinderen nu te maken met tafels die verstopt zitten in verhaaltjessommen.
Er wordt in de klas veel geoefend met de uitbreiding van de woordenschat. Dat is niet mis! Woorden als uitgekookt, uitmuntend, vaag, verijdelen, warmbloedig en weigeren moet het kind al kunnen herkennen. Ook is er aandacht voor zinsbouw. Weet jij het nog? Wat is het onderwerp van de zin, wat is de persoonsvorm? De basis voor het begrijpen van de taal. Je kind zal zinnen kunnen lezen en begrijpen van wel 10 woorden. Tip: gebruik zelf ook meer moeilijke woorden. Je zult versteld staan van wat je kind al begrijpt.
Je kind zal het waarschijnlijk topo noemen, maar in groep 5 krijgen de meeste kinderen de eerste lessen topografie. Hoe ziet Nederland eruit? Wat is hoofdstad en waar ligt die? Waar woon je zelf? En hoe zit het met de Waddeneilanden? Ook met aardrijkskunde wordt een begin gemaakt. Vaak eerst vanuit de eigen omgeving en provincie. Het verschil tussen stad en dorp, de grondsoorten en bijvoorbeeld kaartlezen. In al deze deelvakken kan je kind op het eigen groepsniveau oefenen met Squla. Op veel scholen worden ook toetsen voor topografie afgenomen waarvoor je kind een leerblad naar huis mee krijgt. Voor het eerst echt overhoren dus!
Tip: check regelmatig de topografische kennis van je kind. Dat kan al door bijvoorbeeld te vragen waar jullie wonen. Of waar opa en oma wonen.
Werden spelfoutjes in groep 4 soms nog door de vingers gezien, in groep 5 wordt er door de leerkracht strenger naar gekeken. Het beheersen van de spellingsregels wordt steeds belangrijker. Kinderen komen erachter dat niet alles geschreven wordt zoals het woord klinkt. Oefenen met s of z, verkleinwoordjes, samengestelde woorden, i of ie, aai, ooi en oei. Ook weetwoorden met au/ou of ei/ij komen weer aan bod. Tip: oefen met je kind enkelvoud en meervoud van woorden. Hoe schrijf je het meervoud van schaap? En van boot?
Weet je kind ineens wat te vertellen over ridders? Grote kans dat de leerkracht het net over de Middeleeuwen heeft gehad. Ook dinosauriërs (prehistorie) en de Romeinse tijd kunnen langskomen. Vaak wordt er in een chronologische volgorde gewerkt: dus eerst de oertijd en zo verder richting het heden. Zo leert je kind steeds meer over al die jaren voordat hij of zij ter wereld kwam. Er blijkt al heel wat leven te zijn geweest, zelfs voordat opa en oma er waren!
Ontdek motiverende quizzen en games.
Twijfel je? 14 dagen geldteruggarantie!